Stap 3: Zoek het onderwerp
Door: - de vraag te stellen, wie of wat + persoonsvorm?
- de zin van getal te veranderen
Bijvoorbeeld:
Gisteren heeft mijn broer bij de slager worst gekocht.
(stap 1) pv = heeft
(stap 2) zinsdelen= Gisteren/ heeft/ mijn broer/ bij de slager/ worst/ gekocht.
(stap 3) onderwerp: Wie of wat heeft? = Mijn broer
Gisteren / hebben / mijn broers / bij de slager / worst / gekocht.
(Het zinsdeel dat mee verandert is het onderwerp)