Examentraining Criminaliteit TL

Examentraining
Je hebt het afgelopen jaar veel geleerd over criminaliteit.
Maar hoe kun je nou het beste vragen beantwoorden?


1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Examentraining
Je hebt het afgelopen jaar veel geleerd over criminaliteit.
Maar hoe kun je nou het beste vragen beantwoorden?


Slide 1 - Tekstslide

Vragen
Welke vragen hebben jullie vooraf?

Inhoud, begrippen, gang van zake

Slide 2 - Tekstslide

Overtredingen en misdrijven

  • Overtredingen
bijv. door rood licht (= meestal minder erg)

  • Misdrijven
bijv. vernielingen, diefstal enz. (= ernstig strafbare feiten)




vuistregel
Bij overtredingen valt geen slachtoffer. Bij een misdrijf wel

Slide 3 - Tekstslide

Misdrijven


  • Je gaat naar de gevangenis (en dus niet in hechtenis)

  • Straffen langer dan één jaar

  • Misdrijf blijft lang geregistreerd (20 jaar)

  • Ook poging en medeplichtigheid is strafbaar

Slide 4 - Tekstslide

Vormen van criminaliteit
Zware criminaliteit:
moord, inbraak, gewapende overvallen, verkoop harddrugs

Georganiseerde criminaliteit:
mensensmokkel, drugshandel

Veelvoorkomende criminaliteit:
vandalisme, vernielingen, diefstal, zakkenroller, graffiti

Slide 5 - Tekstslide

Individuele oorzaken
-  Gebrekkige opvoeding
- Gedrags- en psychische problemen
- Sterke groepsdruk
- Drugsgebruik/ alcoholgebruik (40% oiv alcohol)
- Persoonlijkheidskenmerken (aangeboren agressief)

meer info: klik hier (slide 16 t/m 27)

Slide 6 - Tekstslide

maatschappelijke oorzaken
- slechte levensomstandigheden
- minder sociale controle in de buurt 
- gelegenheid maakt de dief   (gelegenheidsmotief)
- normvervaging
- gebrek maatschappelijke bindingen (familie , vrienden, werk)
- eens een dief, altijd een dief. (etikettering)

Slide 7 - Tekstslide

Taken politie
  1. Handhaven openbare orde
  2. Hulpverlening
  3. Opsporing 
  4. Preventie (voorkomen)

 Rechter-commissaris is rechter met speciale taken (telefoon, observeren, woning doorzoeken)
Onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester
afhandelen van verkeersongeval
Onder de verantwoordelijkheid van de Officier van Justitie
Maatregelen om misdaad te voorkomen

Slide 8 - Tekstslide

Officier van Justitie



  • Seponeren
  • Schikken
  • Vervolgen

Slide 9 - Tekstslide

Rechtbank
- Kantonrechter- lichte overtredingen
- Politierechter - maximaal 1 jaar gevangenisstraf
- meervoudige kamer = 3 rechters, zware misdrijven

Hoger beroep : zaak wordt opnieuw behandeld bij het gerechtshof
Hoge Raad: in cassatie, zorgt voor rechtsgelijkheid/zekerheid

Slide 10 - Tekstslide

 stappen in een rechtszaak
1:  Opening                                                  5: Pleidooi
2: Tenlastelegging                                  6: Laatste woord verdachte
3: Verdachte ondervragen                  7: Vonnis
4: Requisitoir                                            

De rechter opent de zaak. Controleert de persoonsgegevens van de verdachte en wijst hem op zijn rechten
Een opsomming van het delict, tijd, plaats, wettelijke voorschrift, omstandigheden
De rechter mag vragen stellen aan de verdachte. Daarna mag ook de OvJ vragen stellen aan de verdachte.
Hierin somt de OvJ alle relevante bewezen feiten op en wordt afgesloten met een strafeis. Dit is het verzoek aan de rechter om de verdachte een bepaalde straf te geven.
De advocaat komt op voor de belangen van de verdachte. Hij probeert in het pleidooi de rechter te overtuigen van de onschuld van de verdachte
De verdachte heeft het laatste woord. Hier mag hij gebruik van maken om bijvoorbeeld excuses te maken of zijn onschuld nogmaals duidelijk te maken
De uitspraak van de rechter noemen we het vonnis. Dit kan bijvoorbeeld zijn 8 jaar tijdelijke vrijheidsstraf waarvan 5 jaar onvoorwaardelijk.
Er zijn twee soorten strafrechters. Voor de lichtere delicten is er de politierechter. Voor de zwaardere delicten de meervoudige kamer

Slide 11 - Tekstslide

Straffen voor meerderjarigen
* Hoofdstraffen

* Bijkomende straffen

* Maatregelen

Slide 12 - Tekstslide

Hoge Raad
Nog steeds niet eens? Dan rest alleen nog in cassatie gaan bij de Hoge Raad. De rechter kijkt hier alleen of de lagere rechters de rechtsregels goed hebben toegepast en of de motivatie van het vonnis voldoende is geweest
Gerechtshof
Als een van de twee partijen het niet eens is met het vonnis van de rechter kan er in hoger beroep gegaan worden bij 1 van de 4 gerechtshoven
Rechtbank
In eerste aanleg komt de zaak bij 1 van de 11 rechtbanken in Nederland

Slide 13 - Tekstslide

Rechten van de verdachte
1. Recht om te weten waarvan je verdacht wordt.
2. Advocaat
3. Recht op zwijgen
4. Beperkte tijd vasthouden
5. Eerlijk proces > onpartijdige, onafhankelijke rechter
6. Hoger beroep

Slide 14 - Tekstslide

Beleidsterreinen
1.Opsporingsbeleid > prioriteiten stellen, middelen, bevoegdheden,

2. Vervolgingsbeleid > snelrecht / lik-op-stukbeleid, taakstraffen, gedoogbeleid

3. Gevangenisbeleid > cel delen / proefverlof / resocialisatie

4. Jeugdbeleid
Meer toezicht, sneller straffen,  banenplannen, werkprojecten

Slide 15 - Tekstslide

Manieren waardoor criminaliteit verminderd kan worden:

1. Repressie= bestrijden

2. Preventie= voorkomen

Slide 16 - Tekstslide

1. Preventief beleid
  • Voorlichting geven

  • Woonwijken onderhouden

  • Sociale controle vergroten

  • Zorgen voor gelijke kansen

Slide 17 - Tekstslide

(im)Materiele gevolgen

Materieel: prijskaartje



Immaterieel: moeilijk een bedrag aan te hangen

kosten slachtoffer
kosten herstellen schade
kosten bestrijding criminaliteit
angst, onveiligheid, normvervaging, verontwaardiging

Slide 18 - Tekstslide

nummer 2 en 4

Slide 19 - Tekstslide

Onder preventief beleid, want uit tekst 15 blijkt dat de minsiter wil bereiken dat minder mensen het rode kruis negeren: voorkomen ongelukken.
Onder repressief beleid: want uit tekst 15 blijkt dat het negeren van een rood kruis stenger wordt bestraft

Slide 20 - Tekstslide

1 = advocaat
2= OvJ
3 = advocaat, OvJ en de rechter
4 = de advocaat, OvJ en de rechter
5 = de rechter
6 = de OvJ

6 juist  = 3 punten
5 of 4 juist = 2 punten
3 of 2 juist = 1 punt
minder dan 2 juist = 0 punten

Slide 21 - Tekstslide

Antwoord C

Slide 22 - Tekstslide

Vervolgen
Schikking
Strafoplegging

Slide 23 - Tekstslide

Wel:
 -  rechtsorde: overheid moet zorgen voor veiligheid van burgers
- rechtsbescherming van burgers
  1. NIet:
- vrijheid van meningsuiting

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Antwoord E

Slide 26 - Tekstslide

Resocialisatie want:
- dader leert normen en waarden door te werken bij organisatie
- dader leert dat vrouwen het niet prettig vinden
Ook goed:
- genoegdoening aan het slachtoffer + juiste verklaring
- afschikking/preventie + juiste verklaring

Slide 27 - Tekstslide

Extra oefening
Op de slides hierna vind je nog meer vragen maar dan uit de oude examens van kader

Slide 28 - Tekstslide

Antwoord D

Slide 29 - Tekstslide

Antwoord B

Slide 30 - Tekstslide

Antwoord B

Slide 31 - Tekstslide

Tabel 2 geeft geen volledig beeld omdat niet iedereen aangifte doet van diefstal van hun fiets of brommer. De politie weet van die gevallen dus niets van af

Slide 32 - Tekstslide

Antwoord D

Slide 33 - Tekstslide

Nummers 1, 3 en 4

3 juist = 2 punten
2 juist = 1 punt
1 of 0 juist = 0 punten

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Extra oefening
Op de slides hierna vind je nog meer vragen maar dan uit oude examens van basis

Slide 36 - Tekstslide

Antwoord C


Slide 37 - Tekstslide

Antwoord C

Slide 38 - Tekstslide

Ja, want:
- de zaak is behandeld door het gerechtshof. daar kan het niet direct terechtkomen
- een misdrijf wordt altijd eerst behandeld door de rechtbank

Slide 39 - Tekstslide

Antwoord C

Slide 40 - Tekstslide

Ze nemen meer preventieve maatregelen want ze proberen te voorkomen dat er wordt ingebroken, hun fiets wordt gestolen, ze slachtoffer worden van criminaliteit
(alleen juist bij juiste combinatie)

Slide 41 - Tekstslide

Antwoord A
Heling = verkoop van gestolen spullen
Georganiseerde misdaad = zware misdrijven in samenwerking en langere tijd
Terrorisme = geweld plegen met een politiek doel

Slide 42 - Tekstslide

Antwoord A

Slide 43 - Tekstslide

4 goed = 2 punten
2 of 3 goed = 1 punt
0 of 1 goed = 0 punten
materiëel
immateriëel
Materiëel
immateriëel

Slide 44 - Tekstslide