NaSk jaar 2 - Les 17: Geluid 4.2

Startopdracht:
Wat gebeurt er met je als geluid te hard is?
Wat kan je tegen hard geluid doen?
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht:
Wat gebeurt er met je als geluid te hard is?
Wat kan je tegen hard geluid doen?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht:
Wat gebeurt er met je als geluid te hard is?
Wat kan je tegen hard geluid doen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij NaSk!

Pak voor je:
- Boeken
- Schrift
- Pen 
- Rekenmachine

Pak je huiswerk
Lees de tekst bij 4.2 


 
Startopdracht:
Wat gebeurt er met je als geluid te hard is?
Wat kan je tegen hard geluid doen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de les wil ik dat je:
1. Luistert als ik praat
2. Naar elkaar luistert
3. Je spullen voor je hebt
4. Je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Respectvol bent naar je klasgenoten en mij


Slide 4 - Tekstslide

Nu absenties
Planning
  • Huiswerk bespreken
  • Lesdoelen
  • Hoofstuk 4 Geluid
  • Zelfstandig werken
  • Huiswerk
  • KAHOOT???


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

  • Je kunt inschatten wanneer geluid gevaarlijk wordt.
  • Je kunt uitleggen hoe je geluidsoverlast tegengaat.
  • Je kunt de geluidssterkte meten.
  • Je kent de eenheid voor geluidssterkte



















Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluid

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H4 Geluid - 4.1 Geluid maken en Horen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gebruik je geluid?
  • Geluid is een communicatiemiddel

  • Geluid gebruik je om informatie door te geven.  

  1.  praten 
  2. wekker 
  3. claxon auto 
  4. muziek
  5. ringtone telefoon 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geluid?
  • Geluid ontstaat door trillingen

  • elke geluidsbron heeft een onderdeel dat trilt

  • Alles wat geluid maakt is een geluidsbron 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt geluid bij je oor?
  • Door trillingen van speaker gaat de lucht trillen
  • Lucht geeft trilling door
  • Trommelvlies van oren trilt mee met lucht. Je hoort muziek uit speaker. 

Geluid verplaats zich door een tussenstof
zonder tussenstof kan geluid zich niet verplaatsen. 


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe versterk je geluid?
  • Geluidsinstallatie met microfoon
  • microfoon zet geluid om in elektrische stroom laat Conus van speaker trillen. 

  • Muziekinstrumenten gebruiken klankkast om geluid te versterken. 

  • Geluidssterkte noemen we ook wel Volume

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluidssysteem, versterken van geluid.

Slide 13 - Tekstslide

Korte uitleg hoe het werkt met een versterker.
Geluidssnelheid
De snelheid van het geluid in lucht is:
340 m/s =
ong. 1225 km/h

Dit is de geluidssnelheid in lucht bij 20 oC. 
 


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen geluidsbron?
A
Speaker
B
Gitaar
C
Zangeres
D
Microfoon

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een viool heeft een klankkast. Wat is de functie van een klankkast?
A
De klankkast versterkt het geluid
B
De klankkast verzamelt de klanken van de snaren en geeft deze door aan de lucht
C
De klankkast laat de tonen beter klinken
D
De klankkast laat vooral de lage tonen beter klinken

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geluid
A
iets wat je waarneemt
B
een trilling
C
een beweging
D
een paradox

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
opdracht 4 t/m 15 op pagina 196

Vragen?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2 Geluidsterkte

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben deze plaatjes gemeen?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluidssterkte
De geluidssterkte  geeft aan hoe hard geluid is

decibelmeter
decibel (dB)

Verdubbeling van geluidssterkte is +3 dB (in theorie)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe meet je geluidssterkte?
1. Richt de meter op de geluidsbron.
2. Houd de meter op 1 meter van de geluidsbron.
3. Zet de knop op de meter op de juiste stand.
4. Lees de meter af.
5. Schrijf ook de juiste eenheid op (dB).

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootheden en eenheden

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluidssterkte

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer loop je gehoorschade op?
  • Tot 80 dB is veilig

  • Vanaf 90 dB is kans op gehoorschade 

  • 140 dB doet pijn en kan gehoor direct beschadigen

  • Beschermen met gehoorbeschermers 


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verminder je geluidsoverlast
  • geluidoverlast kun je verminderen met isolatie 

  • Geluidsisolatie werkt beste met zachte materialen (schuimrubber, textiel)

  • Zachte materialen absorberen het geluid (het geluid verdwijnt)

  • Geluidsschermen kaatsen geluid terug


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geluidsoverlast verminderen
  • Bestrijding van geluid aan de bron
  • Maatregelen tussen bron en ontvanger
  • Maatregelen aan de kant van de ontvanger
           

Slide 29 - Tekstslide

Bron:     Denk hierbij bijvoorbeeld aan stille autobanden, stille(re) auto's, geluidreducerende wegdekverhardingen, het verkeersluw maken van straten, het zachter zetten van de stereo, het dempen van de piano, etc.

           Denk hierbij bijvoorbeeld aan het plaatsen van een geluidsscherm of geluidswal.

Meestal gaat het dan om het aanbrengen van (extra) geluidsisolatie aan de woning en
           het rekening houden met de eisen van de geluidssterkte die de regering stelt bij het
           ontwerpen van huizen.



Maatregelen bij de bron
1

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatregelen tussen bron en ontvanger
1

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatregelen bij de ontvanger
1

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee meet je de geluidssterkte?
A
geluidsmeter
B
toonmeter
C
decibelmeter
D
sterktemeter

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf hoeveel decibel heb je kans op gehoorschade?
A
100
B
150
C
90
D
190

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen met geluidsterkte.
2 scooters maken samen 68 dB lawaai.
Hoeveel lawaai maken 4 scooters dan samen?
A
Ook 68 dB
B
68 x 2 = 136 dB
C
68 + 4 = 72 dB
D
68 + 3 = 71 dB

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken ZS
- Maak opdracht 3 t/m 17 op pagina 207
- 10 minuten ZS
- Niet klaar? Huiswerk



timer
10:00
KAHOOT??

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

  • Je kunt inschatten wanneer geluid gevaarlijk wordt. ✔
  • Je kunt uitleggen hoe je geluidsoverlast tegengaat. ✔
  • Je kunt de geluidssterkte meten. ✔
  • Je kent de eenheid voor geluidssterkte ✔

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor volgende les



- Lees de tekst bij par 3.5 Brand
- Maak opdracht 2 t/m 19 pagina 170

Tot de volgende les!

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies