[2C] Paragraaf 1.3.2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Welkom!

Bespreken opdrachten 

Paragraaf 1.2 opdracht 15 t/m 19, 23 en 25 t/m 27 (blz. 18)

Bespreken opdrachten 

1.3 Meten en meetinstrumenten

Aan het einde van deze les kun je: 

• Meetinstrumenten, grootheden en eenheden herkennen en benoemen
  
• Eenheden in elkaar omrekenen
  
• Een meetinstrument gebruiken en aflezen, waarbij je let op schaal en meetbereik
• De onderdompelmethode toepassen om het volume van een voorwerp te bepalen

Geef zoveel mogelijk voorbeelden van grootheden

1.3 Meten en meetinstrumenten 

Grootheden en eenheden 

• Grootheid: eigenschap die je kunt meten 
• Eenheid: maat waarin je grootheid meet

Blz. 24

Voorbeeld: de afstand Rotterdam naar Amsterdam is 76 kilometer.

(afstand = grootheid en kilometer = eenheid)

1.3 Meten en meetinstrumenten 

Grootheden en eenheden 

• Celsiusschaal: 0 graden Celsius smeltpunt ijs en 100 graden Celsius kookpunt ijs
  
• Kelvinschaal: 0 Kelvin is laagste temperatuur
• Tijdschaal: 60 seconden in één minuut, 60 minuten in één uur, 24 uur in één dag

Blz. 25

Grootheid

Eenheid

kilogram

Temperatuur

Massa

centimeter

kubieke meter

Oppervlakte

Aan de slag!

Wat? Maak 1.3 opdracht 42, 44, 46, 47, 48, 49 en 51 (blz. 28)
Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
Tijd? 10 min
Hulp? Probeer het samen op te lossen. Lukt het niet? Vraag dan de docent
Resultaat? Je begrijpt het verschil tussen grootheden en eenheden en je kunt eenheden omrekenen 
Klaar? 

• Extra oefenen: Maak 1.3 opdracht 43 en 45 
• Extra uitdaging: Maak 1.3 opdracht 50 en 52

1.3 Meten en meetinstrumenten 

Meetinstrumenten aflezen

• Gebruik de schaalverdeling
• Schaaldeel: waarde tussen twee streepjes op schaalverdeling meetinstrument
• Meetbereik: waarden die je met het meetinstrument kunt meten

Blz. 25 & 26

1.3 Meten en meetinstrumenten 

Onderdompelmethode

• Onderdompelen voorwerp in maatcilinder om het volume van het voorwerp te bepalen

Blz. 26

Aan de slag!

Wat? Practicum 2 (blz. 46)
Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
Tijd? 10 min
Hulp? Probeer het samen op te lossen. Lukt het niet? Vraag dan de docent
Resultaat? Je kunt de onderdompelmethode gebruiken
Klaar? Ruim alle spullen netjes op en ga verder met de opdrachten van 1.3

Aan de slag!

Wat? Maak 1.3 opdracht 42, 44, 46, 47, 48, 49, 51, 53, 55 t/m 59,  62 t/m 65 (blz. 28)
Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
Tijd? Tot einde les
Hulp? Probeer het samen op te lossen. Lukt het niet? Vraag dan de docent
Resultaat? Je kunt meetinstrumenten aflezen 
Klaar? 

• Extra oefenen: Maak opdracht 43, 45, 54 en 60
• Extra uitdaging: Maak opdracht 50, 52, 61 en 66

Af voor de volgende les

Paragraaf 1.3 opdracht 42, 44, 46, 47, 48, 49, 51, 53, 55 t/m 59, 62 t/m 65 (blz. 28)

Wat heb je
vandaag geleerd?

Geef een cijfer voor de les.
Hoe vond je het gaan?

-1100