Herhalen spelling H1, H2 en H3

Welke van onderstaande beweringen is juist?
A
Een dubbele punt staat tussen twee persoonsvormen
B
Na een zelfstandige, mededelende zin komt een punt
C
Voor het woord en gebruik je altijd een komma
D
Je kunt de dubbele punt vervangen door komma + maar
1 / 26
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welke van onderstaande beweringen is juist?
A
Een dubbele punt staat tussen twee persoonsvormen
B
Na een zelfstandige, mededelende zin komt een punt
C
Voor het woord en gebruik je altijd een komma
D
Je kunt de dubbele punt vervangen door komma + maar

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hester kan moeilijk kiezen: ze twijfelt altijd
Juist
Onjuist

Slide 2 - Poll

juist
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
Juist
Onjuist

Slide 3 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Jan heeft vanmiddag plotseling een vrije middag, zijn wedstrijd is afgelast.
juist
onjuist

Slide 4 - Poll

onjuist = dubbele punt (want verklaring) 
In welke zin zijn de leestekens op de juiste manier gebruikt?
A
Het KNMI waarschuwt voor gladheid in grote delen van het land, het instituut adviseert om voorzichtig te zijn op de weg.
B
Lever je volle spaarkaart in bij de kassa, en neem het gratis boodschappenpakket mee naar huis.
C
Vol verwachting klopt ons hart: want Sinterklaas is in aantocht.
D
Wanneer ik naar Parijs ga, wil ik de Eiffeltoren beklimmen.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leestekens
Na een zelfstandige mededelende zin, komt een punt. 
Bij een samengestelde zin gebruik je een komma:
  •  tussen 2 persoonsvormen
  •  voor verbindingswoorden
  •  voor deel van zin dat niet zelfstandig is
Bij 2 zelfstandige zinsdelen waarvan het tweede deel een verklaring is, of reden, gebruik je een dubbele punt.




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke taal komt het leenwoord
diner
Frans
Engels

Slide 7 - Poll

Frans
Noteer een Nederlands woord voor het volgende leenwoord:
voucher

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling?
Standby
Stand-by

Slide 9 - Poll

stand-by
Wat is de juiste spelling?
sixpack
six pack

Slide 10 - Poll

sixpack
Wat is de juiste spelling
creche
crèche

Slide 11 - Poll

crèche 
Op zaterdagmiddag heeft hij niks gedaan: hij heeft (relaxen)

Slide 12 - Open vraag

gerelaxt 
pvtt: stam + t
voltooid deelwoord: kofschip 

leenwoorden
Woorden die uit een andere taal in het Nederlands zijn gekomen, zijn leenwoorden.

Engels
  • Samenstelling schrijf je aan elkaar 
  • Is het rechterdeel voorzetsel? Dan met streepje
  • Is het een woordgroep? Dan los 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

leenwoorden
vFrans
  • Gebruik je vaak accenten zoals: é, è, of ê
  • Vooral bij woordgroepen blijven alle accenten staan (déjà vu)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is juist gespeld?
A
aplaudisseren
B
kapaciteiten
C
quotes
D
symphatiek

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord is juist gespeld?
A
Zuid-Spanje
B
Zuid Spanje
C
Zuidspanje

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist gespeld?
A
havo diploma
B
havo-diploma
C
havodiploma

Slide 17 - Quizvraag

afkorting die je uitspreekt geen nkoppelteken nodig 
Hoe schrijf je
hockey + elftal

Slide 18 - Open vraag

hockeyeftal
Hoe schrijf je
oud + leraar

Slide 19 - Open vraag

oud-leraar
wan voorvoegsel oud- krijg een streepje
hoe schrijf je
studie + uren

Slide 20 - Open vraag

studie-uren
botsende klinkers 
Juist of onjuist?
Leer- en werkboeken
juist
onjuist

Slide 21 - Poll

juist
Juist of onjuist?
Volle- en halve maan
juist
onjuist

Slide 22 - Poll

onjuist
Juist of onjuist
peper-en-zoutstel
juist
onjuist

Slide 23 - Poll

juist, want is een samenstelling van gelijkwaardige woorden
Wat is het verschil tussen
rodewijnglazen en rode wijnglazen?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Koppelteken en weglatingsstreepje
Koppelteken
  • in samenkoppeling (twee-onder-een-kapwoning)
  • samenstelling met botsende klinkers
  • Cijfers, letters en afkortingen
  • aardrijkskundige namen (Zuid-Spanje) 
  • bijzondere voorvoegsels (zoals oud-, adjunct-, ex-)
  • als het tweede deel een hoofdletter heeft (pro-Oekraïens)
  • samenstelling twee gelijkwaardige woorden (singer-songwriter)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koppelteken en weglatingsstreepje
Weglatingsstreepje
  • Als je een deel van een woord weglaat (jongens- en meisjestassen)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies