4T Voorbereidingen SE2

4T Voorbereidingen SE2
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4T Voorbereidingen SE2

Slide 1 - Tekstslide

4T Voorbereidingen SE2
Coördinaten in de ruimte

Slide 2 - Tekstslide

Op welke hoogte kan punt A liggen?

Slide 3 - Open vraag

Punt U is het hoogste punt van het kaartje.
Daar staat een uitkijktoren van 15 m hoog.
Schrijf de coördinaten op van de top van de
uitkijktoren.
Gebruik in je antwoord geen spaties!

Slide 4 - Open vraag

Geef de coördinaten van punt M.
Gebruik geen spaties in je antwoord!

Slide 5 - Open vraag

De x-coördinaat van N is 4.
Geef de coördinaten van punt M.

Gebruik geen spaties in je antwoord!

Slide 6 - Open vraag

Bereken de lengte van BM.
Rond je antwoord af op één decimaal.

Slide 7 - Open vraag

Waar ligt punt (2,4,1)?
Punt C ligt ...
A
in de balk
B
buiten de balk
C
op een zijvlak van de balk

Slide 8 - Quizvraag

4T Voorbereidingen SE2
Formules

Slide 9 - Tekstslide

In een balkvormig Aquarium zit water. Door een klein gaatje loopt het water weg. Het aantal liters water in de bak kun je berekenen met
t is tijd in minuten.

Bereken in twee decimalen nauwkeurig hoeveel liter water er na één uur nog in de bak zit. Type alleen het getal in.
aantal liters=8×(0,965)t

Slide 10 - Open vraag

t is tijd in minuten.

Met hoeveel procent neemt de inhoud per minuut af.
Type alleen het antwoord.
aantal liters=8×(0,965)t

Slide 11 - Open vraag

t is tijd in minuten.
Om te voorkomen dat er minder dan 2 liter in de bak komt moet er water bijgegoten worden.
Na hoeveel minuten moet er water worden toegevoegd?
aantal liters=8×(0,965)t
Vul alleen een getal in.

Slide 12 - Open vraag

In het aquarium zit na enige tijd 4 liter water. Op dat moment gaat Jace het aquarium weer bijvullen met flessen met water. Met elke fles komt er 0,3 liter water bij. Het Aquarium loop over wanneer de inhoud groter wordt dan 8 liter.
Bereken bij welke fles het aquarium overstroomt.
Vul alleen een getal in.

Slide 13 - Open vraag

Bereken AC in cm.
Rond af op één decimaal.
Vul alleen een getal in!

Slide 14 - Open vraag

Bereken BE.
Rond af op één decimaal.
Vul alleen een getal in!

Slide 15 - Open vraag

4T Voorbereidingen SE2
Omgekeerd evenredigheid

Slide 16 - Tekstslide

Omgekeerd evenredig verband

Slide 17 - Tekstslide

Heeft deze formule een omgekeerd evenredig verband?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Heeft deze
tabel een
omgekeerd evenredig verband?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag

De naam van de grafiek is ...
A
parabool
B
hyperbool
C
rechte lijn
D
Stippen grafiek

Slide 20 - Quizvraag

4T Voorbereidingen SE2
Algemeen

Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel weken zitten er in een kwartaal?
Type één getal!

Slide 22 - Open vraag

Hoe meter lang is ongeveer een volwassene?
Type één getal!

Slide 23 - Open vraag

Hoe meter hoog is ongeveer een verdieping?
Type één getal!

Slide 24 - Open vraag

Hoeveel cm is ongeveer een stap?
Type één getal!

Slide 25 - Open vraag

Wat moet er op de .......
komen te staan?
Type één afkorting!

Slide 26 - Open vraag


Type één getal!
1 hm2 = ..... m2

Slide 27 - Open vraag


Type één getal!
1 m3 = ..... L

Slide 28 - Open vraag


Type één getal!
1 L = ..... cL

Slide 29 - Open vraag


Type één getal!
1 mL = ..... cL

Slide 30 - Open vraag

Hoeveel nullen heeft een miljard?
Type één getal!

Slide 31 - Open vraag

Op hoeveel decimalen rond je procenten af?
Type één getal!

Slide 32 - Open vraag

Hoeveel miljoen mensen wonen er ongeveer in Nederland.
(volgens de vuistregel uit het boek)
Type één getal!

Slide 33 - Open vraag

In 2023 leefde op aarde 8,025 miljard inwoners.
Schrijf dit getal met alleen cijfers.

Slide 34 - Open vraag

In 2023 leefde op aarde 8,025 miljard inwoners.
In 2023 leefde in Nederland 8 miljoen in inwoners.
Bereken hoeveel promille inwoners er in Nederland woonden.
Rond je antwoord af op 3 decimalen.
Vul één getal in!

Slide 35 - Open vraag

De verenigde staten heeft in 2020 ruim 232 miljoen inwoners.
Schrijf het getal in cijfers.
A
23200000
B
232000000
C
2320000
D
2320000000

Slide 36 - Quizvraag

Bereken
Vul één getal in!
150miljoen4,5miljard

Slide 37 - Open vraag

Olav wandelt met een gemiddelde snelheid van 5 km/uur.
Hoeveel m/s is dat? Rond af op 2 decimalen.

Slide 38 - Open vraag

Olav wandelt met een gemiddelde snelheid van 5 km/uur.
Hoeveel dagen doet hij over een wandeltocht van 220 km wanneer hij dag en nacht door zou lopen? Rond af op hele dagen.

Slide 39 - Open vraag

Met welke formule kun je het promillage (0/00) uitrekenen?

Slide 40 - Open vraag

4T Voorbereidingen SE2
Lineaire formule

Slide 41 - Tekstslide

Druipsteengrot
Een stalactiet is een pegel aan het plafond van een grot. Een groep speleologen heeft de groei van een stalactiet jarenlang gevolgd. Daardoor weten ze precies hoe snel de stalactiet groeit. Bij de voorspelde hoogte van de stalactiet hoort de formule hoogte (cm) =100+ 12,5t.
Hierin is t de tijd in eeuwen. Met t=0op 1 januari 2000. a Welke datum ist= 1?
b Welke datum is t=-1?
c Hoe hoog was de stalactiet op 1 januari 1600?
d Wanneer is de stalactiet ontstaan?


Een stalactiet is een pegel aan het plafond van een grot. Een groep speleologen heeft de groei van een stalactiet jarenlang gevolgd. Daardoor weten ze precies hoe snel de stalactiet groeit. Bij de voorspelde hoogte van de stalactiet hoort de formule 
hoogte (cm) = 100 + 12,5t.
Hierin is t de tijd in eeuwen. 
Met t=0 op 1 januari 2000. 



Stalacatiet

Slide 42 - Tekstslide

hoogte (cm) = 100 + 12,5t.
Hierin is t de tijd in eeuwen.
Met t = 0 op 1 januari 2000.

Welke datum is t = 1 ?
A
1 januari 2000
B
1 januari 2001
C
1 januari 2010
D
1 januari 2100

Slide 43 - Quizvraag

hoogte (cm) = 100 + 12,5t.
Hierin is t de tijd in eeuwen.
Met t = 0 op 1 januari 2000.

Welke datum is t = -2 ?
A
1 januari 2200
B
1 januari 1998
C
1 januari 1800
D
1 januari 2002

Slide 44 - Quizvraag

hoogte (cm) = 100 + 12,5t.
Hierin is t de tijd in eeuwen.
Met t= 0 op 1 januari 2000.
Hoeveel cm hoog was de stalactiet op 1 januari 1600?
Type één getal!

Slide 45 - Open vraag

hoogte (cm) = 100 + 12,5t.
Hierin is t de tijd in eeuwen.
Met t=0 op 1 januari 2000.
Bereken wanneer de stalactiet is ontstaan.
De stalacties is ontstaan op 1 januari .....


Vul één getal in!

Slide 46 - Open vraag

4T Voorbereidingen SE2
Formules met hetzelfde verband

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide


Beschrijven de twee formules hetzelfde verband?
Laat berekeningen in je schrift zien!
A
Ja
B
Nee

Slide 49 - Quizvraag

tips 1
  • Lees de opdracht goed door. Onderstreep de belangrijkste zaken.
  • Indien mogelijk, maak een schets van de situatie en zet de gegevens erbij. Zet bij hoekpunten Letters.
  • Teken netjes/nauwkeurig met potlood.
  • Vergeet bij een assenstelsel de omschrijving/titel niet te lezen. Deze bevat vaak belangrijke informatie.
  • Zorg dat je lengte-eenheden, oppervlakte-eenheden, inhouden en informatie eenheden kunt omrekenen.

Slide 50 - Tekstslide

tips 2
  • Zorg dat je lengte-eenheden, oppervlakte-eenheden en inhouden kunt omrekenen.
  • Zorg dat je snelheden, gewichten, tijden, kan omrekenen
  • Zorg dat je goed kunt afronden. (op decimalen, op duizenden, op miljoenen, op miljarden etc.)
  • Geef je antwoord in een korte zin en vergeet niet je eenheid (cm, gram, etc.)
  • Schrijf je tussen stappen netjes op. Voor de tussenstappen kun je ook punten verdienen! (bijvoorbeeld bij goniometrie)



Slide 51 - Tekstslide

tips 3
  • ?

Slide 52 - Tekstslide