In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Schoonmaken en inrichten
les 3
Slide 1 - Tekstslide
Leervragen
Hoe ruim je schoonmaakmaterialen goed op
2. Hoe gooi je schoonmaakmaterialen en -middelen veilig weg?
3. Hoe reinig je ruimtes?
Slide 2 - Tekstslide
Waar gooi je schoonmaakmiddelen weg?
Slide 3 - Woordweb
Opruimen van schoonmaakmaterialen
Na het schoonmaken houd je rekening met het goed opruimen van schoonmaakmaterialen. Daardoor staan deze weer klaar voor een volgende klus en kun je professioneler werken. Ook gaan ze op deze manier langer mee en bespaar je daarmee geld.
Denk aan:
natte werkdoeken eerst goed uitspoelen en laten drogen
microvezeldoeken, dweilen, vlakmoppen en vaatdoekjes regelmatig wassen op een heet programma (vanaf 60 graden)
afwasborstels meewassen in de vaatwasser
een emmer afspoelen en drogen voordat je deze wegzet
een natte borstel op de zijkant leggen om te laten drogen
een dweil niet in de emmer met water laten staan, dit gaat stinken: de dweil uitspoelen en de emmer drogen, dit geldt ook voor een mop.
Slide 4 - Tekstslide
Gebruiksvoorschrift
Dosering
Slide 5 - Tekstslide
Dosering
Te weinig? --> Het reinigt niet goed genoeg
Te veel? --> Werking is okee maar er bestaat een risico dat de schoongemaakte oppervlakken glad blijven.....
Slide 6 - Tekstslide
Milieubewust schoonmaken
natuurlijke schoonmaakmiddelen ( grondstoffen komen uit de natuur)
schoonmaakmiddelen die biologisch afbreekbaar zijn ( de natuur kan deze producten opruimen
voorbeelden: groene zeep, schoonmaakazijn,
soda
Slide 7 - Tekstslide
Een schoonmaakmiddel heeft een etiket. Dat is handig om te bekijken voordat je gaat schoonmaken.
Slide 8 - Tekstslide
MAKEN
Opdracht: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10
Slide 9 - Tekstslide
Leervragen
Welke schoonmaakmaterialen zijn er en gebruik je?
Welke schoonmaakmiddelen zijn er?
Onder welke vier groepen vallen de schoonmaakmiddelen?
Hoe gebruik je de schoonmaakmiddelen?
Wat staat er op de etiketten van schoonmaakmiddelen?