Par. 1.3 Liberalen, conservatieven en confessionelen

Nederland van 1848 tot 1914
1.3. Liberalen, conservatieven en confessionelen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederland van 1848 tot 1914
1.3. Liberalen, conservatieven en confessionelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3 Liberalen, conservatieven en confessionelen

* Wat gaan we doen?

* PTA-toets komt nog in Magister, maar ik kan nog niet          plannen voor week 40! 

* Datum is in ieder geval: 4 oktober

* Bespreken, nakijken par. 1.2 

* Uitleg bij 1.3

* Filmpjes



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken/ nakijken par. 1.2
Bespreek eerst met je buurman/ buurvrouw je antwoorden.
Welke overeenkomsten/ verschillen zie je in jullie antwoorden?
Kun je uitleggen waarom een antwoord goed/ fout is?
Weet je hoe je tot het juiste antwoord bent gekomen/ had kunnen komen?
Vraag een nakijkblad!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je de eerste polititieke stromingen van Nederland herkennen en beschrijven. En ken je de  betekenis van de Luxemburgse kwestie en het Caoutchouc-artikel voor de Nederlandse staatsinrichting.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken/ nakijken par. 1.2
Bespreek eerst met je buurman/ buurvrouw je antwoorden.
Welke overeenkomsten/ verschillen zie je in jullie antwoorden?
Kun je uitleggen waarom een antwoord goed/ fout is?
Weet je hoe je tot het juiste antwoord bent gekomen/ had kunnen komen?
Vraag een nakijkblad!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie benoemt en ontslaat officieel de ministers en staatssecretarissen?
A
De koning.
B
De Eerste Kamer en Tweede Kamer
C
De kiezers bij de Tweede Kamerverkiezing.
D
De minister-president.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan welke voorwaarde moet een kabinet (ministers en staatssecretarissen) voldoen om Nederland te kunnen regeren?
A
Iedereen in het kabinet moeten lid zijn van een politieke partij.
B
Iedereen in het kabinet moeten de Nederlandse nationaliteit hebben.
C
Iedereen in het kabinet moet verkozen zijn in de Tweede Kamer.
D
Iedereen in het kabinet moet door de meerderheid in de beide Kamers gesteund worden.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Willem III (1849-1890)
  • Willem III volgt in 1849, niet van harte,  Willem II op.
  • Hij benoemt een conservatief kabinet, maar de meerderheid van de Tweede Kamer is liberaal.
  • Tweede Kamer keurt belangrijk besluit af. Het kabinet treedt niet af, maar  Willem III stuurt de Tweede Kamer naar huis.
  • Ook bij de volgende verkiezingen krijgen de conservatieven geen meerderheid in de Tweede Kamer.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luxemburgse Kwestie
Pruisen wil een machtig Duits Keizerrijk


  • De Pruisische kanselier Otto von Bismarck wil Oostenrijk uitsluiten uit de Duitse Bond.
  • Limburg en Luxemburg zijn lid van de Duitse Bond maar steunen die plannen niet!
  • Pruisen neemt Limburg en Luxemburg hun houding kwalijk.


Duitse Bond?
Voor 1871 bestond Duitsland niet. De Duitse Bond was een unie van ongeveer 40 Duitse staatjes. De grootste en machtigste staten waren Pruisen en Oostenrijk. De Duitse Bond hield op te bestaan na de Pruisisch-Oostenrijkse oorlog (1866). Die machtsstrijd werd door Pruisen gewonnen.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luxemburgse Kwestie
Nederland verkoopt Luxemburg
  • Naast staatshoofd van Nederland, was Willem III ook staatshoofd van Luxemburg. Hij
    verkocht dat land in ruil voor geld aan Frankrijk.

  • Luxemburg was echter lid van de Duitse bond en dus was Pruisen woedend. Het dreigde met
    oorlog.
  • De koop werd afgeblazen, maar toen was Frankrijk kwaad en dreigde het met oorlog.





Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luxemburgse Kwestie
Congres in Londen
Tijdens een conferentie werd besloten dat Luxemburg neutraal zou blijven. Dus niet van Duitsland en niet van Frankrijk.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlandse Tweede Kamer was niet op de hoogte van de hele situatie. Waarom is dit een probleem?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Luxemburgse Kwestie
Gevolgen


    Tweede Kamer buitenspel
    • Parlement wist niet van oorlogsdreiging.
    • Parlement steunt niet langer de regering.
    • Willem III laat parlement herverkiezen.

       Zelfde regering, nieuw parlement.
    • Het nieuwe parlement stemt regering weg.
    • Regering besluit op te stappen.

    Willem III verliest machtsstrijd met   
    parlement.




      Slide 14 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Caoutchouc-artikel

      Het parlementair stelsel had gezegevierd, maar Nederland was nog geen democratie.

      Alleen de hogere burgerij had stemrecht en dus zou de regering alleen voor hun belangen opkomen.

      Censuskiesrecht werd in 1887 afgeschaft.

      In de grondwet kwam te staan dat kiesrecht was voor alle mannen die genoeg "kentekenen van geschiktheid" hadden.

      In 1888 mochten i.p.v. 1/8 van alle mannen 1/4 van alle mannen stemmen.



      Slide 15 - Tekstslide

      Censuskiesrecht = alleen diegenen die een bepaalde hoeveelheid belasting betaalden, mochten meestemmen. Dus alleen de rijken! Gedachte daarachter: arme mensen hebben korte termijn behoeften en kunnen niet keuzes maken voor lange termijn. 
      Caoutchouc = rubber in het Frans. Het bepalen wie wel/ niet mocht stemmen was rekbaar als rubber.

      Opkomst nieuwe politieke stromingen
      Deze komen op voor bevolkingsgroepen die achtersteld waren = emancipatie

      Confessionelen (christelijk)
      - Protestanten    --> verzet tegen niet Christelijke ideeen.
      - Katholieken      --> nog steeds achtergesteld in de praktijk

      - Socialisten        --> opkomen voor rechten van de arbeiders

      Slide 16 - Tekstslide

      Tot dan toe hadden eigenlijk altijd de liberalen (rijken) het voor het zeggen.
      Protestanten
      • 1879: A.R.P: Kuyper

      • "kleine luyden" : boeren, arbeiders, kleine winkeliers


      • kiesrecht voor het mannelijke hoofd van het gezin

      Slide 17 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Katholieken
      • Protestant was officieel geloof in Nederland

      • Katholieken achtergesteld

      • 1926: Schaepman: R.K.S.P.

      • Limburg, Noord-Brabant

      Slide 18 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Confessionelen
      De schoolstrijd
      • Confessionelen baseren hun politieke ideeën op geloof.
      • In Nederland waren er protestanten en katholieken. Zij willen eind 19de eeuw meer rechten.
      • Het openbare onderwijs werd betaald door de overheid en was neutraal.
      • Protestanten en katholieken richtten hun eigen scholen op. Dit is het bijzonder onderwijs.
      • De confessionelen streden voor gelijke rechten (emancipatie):
      1. De overheid moest ook bijzondere scholen financieren (schoolstrijd).
      2. Bij het maken van wetten moet meer rekening gehouden worden met geloof.





      Slide 19 - Tekstslide

      Bijzonder onderwijs is niet speciaal onderwijs!

      Slide 20 - Video

      Deze slide heeft geen instructies

      Slide 21 - Video

      Deze slide heeft geen instructies

      Huiswerk voor de volgende les:
      lz + m par. 1.3 blz. 22 t/m 27

      PTA-toets 4 oktober (lesstof hfst. 1, gebruik ook de syllabus blz. 28 t/m 30)

      Slide 22 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

      Slide 23 - Open vraag

      Deze slide heeft geen instructies

      Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

      Slide 24 - Open vraag

      Deze slide heeft geen instructies

      Begrippen en personen:
      Luxemburgse kwestie
      Parlementair stelsel
      hogere burgerij
      Caoutchouc-artikel
      emancipatie
      antirevolutionairen
      kleine luyden
      katholieken
      schoolstrijd
      Anti-Revolutionaire Partij 
      Liberale Unie
      Rooms-Katholieke Staatspartij
      confessionelen

      Slide 25 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies