Toptaal A1A2 21 april



Woorden van thema 12, taak 2
herhaling voltooide tijd 
regelmatig en onregelmatig
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Woorden van thema 12, taak 2
herhaling voltooide tijd 
regelmatig en onregelmatig

Slide 1 - Tekstslide

John is heel moe, en hij wordt niet wakker van de .....................
A
wekker
B
opstaan
C
regelen
D
ontbijt

Slide 2 - Quizvraag

Stop .................. met schreeuwen! Ik ben niet doof.
A
vorig
B
volgend
C
eens
D
keel

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer .................... jullie uit Londen ...................?
A
komt, terug
B
terug, komen
C
terug, kom
D
komen, terug

Slide 4 - Quizvraag

...................... je rugzak en ga naar school!
A
Ga
B
Pak
C
Doe
D
Plak

Slide 5 - Quizvraag

De pennen zitten in het .................
A
etwie
B
etiu
C
etwui
D
etui

Slide 6 - Quizvraag

Dit is ................
A
de keel
B
de ribben
C
de nek
D
het gezicht

Slide 7 - Quizvraag

Wie gaan er ..................... mee naar het strand?
A
regelen
B
allemaal
C
beter
D
agenda

Slide 8 - Quizvraag

Wat ben je langzaam. ................. eens ...................!
A
ga, opschiet
B
Schiet, op
C
Op, schiet
D
Op, schieten

Slide 9 - Quizvraag

Waar slapen we? Heeft Paul al een hotel .......................?
A
geregend
B
regelen
C
geregel
D
geregeld

Slide 10 - Quizvraag

Is jouw vader nog steeds ziek? Nee, hij .................. zich veel ...................
A
voelt, beter
B
beter, voelen
C
vorig, voelen
D
voel, bah

Slide 11 - Quizvraag

Met luchtijd hebben de leerlingen ..................... Ze pakken hun .................. en gaan eten.
A
broodtrommel, opschieten
B
honing, broodtrommel
C
honger, broodtrommel
D
schiet op, broodtrommel

Slide 12 - Quizvraag

Wist je niet dat we ...................... week een toets hadden? Dat stond toch in je ......................?
A
regelen, etui
B
vorige, agenda
C
beter, nek
D
volgende, wekker

Slide 13 - Quizvraag



Werkwoorden in de voltooide tijd
regelmatig


Slide 14 - Tekstslide

De honden .................. .................... (blaffen)

Slide 15 - Open vraag

Oma ................ .................... (bellen)

Slide 16 - Open vraag

Jullie ................. geld .................. (pinnen)

Slide 17 - Open vraag

De bejaarden ..................... naar de muziek ...................... (luisteren)

Slide 18 - Open vraag

Wat ................... dat lang .................! (duren)

Slide 19 - Open vraag

Mijn zus en ik ..................... samen .................... (huilen)

Slide 20 - Open vraag

................... je het pakje ..................? (halen)

Slide 21 - Open vraag

Hoeveel ................... die stoelen ..................? (kosten)

Slide 22 - Open vraag




Werkwoorden in de voltooide tijd
onregelmatig

Slide 23 - Tekstslide

Frans .................. een motor ................. (kopen)

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen ................... de oefening ...................... (begrijpen)

Slide 25 - Open vraag

Welke kleur ................ Bella .................... (kiezen)

Slide 26 - Open vraag

De konijnen .................. door de tuin .................. (lopen)

Slide 27 - Open vraag

.................. jouw buurman corona .................? (hebben)

Slide 28 - Open vraag

Ik ..................... met mijn man naar Marokko .................. (zijn)

Slide 29 - Open vraag

Waarom ..................... je niet in Parijs ....................? (blijven)

Slide 30 - Open vraag

Maak een goede vraag bij het antwoord

Slide 31 - Tekstslide

Antwoord:
We gaan eten in een pizeria

Slide 32 - Woordweb

Antwoord: De laarzen kosten € 75.

Slide 33 - Woordweb

Antwoord:
Mijn ouders komen langs met kerstmis.

Slide 34 - Woordweb

Antwoord:
Julia heeft geen fiets.

Slide 35 - Woordweb

Antwoord: De kinderen komen
om 18.00 thuis.

Slide 36 - Woordweb