Les 33 werkwoorden herkennen

Op tafel: laptop, papier, pen, Kern
 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Op tafel: laptop, papier, pen, Kern
 

Slide 1 - Tekstslide

Agenda 
Klein dictee + nakijken
+
Ophalen met vormen van werkwoorden en oefenen met hst 33 (Lessonup & in je map_

Check Numo 20 min. 



Slide 2 - Tekstslide

Dictee
We maken een dictee.

Slide 3 - Tekstslide

Bewoners en ondernemers in het Haagse Zeeheldenkwartier zullen het komende halfjaar last blijven houden van piepende trams.


Slide 4 - Tekstslide

Sinds tram 17 weer op dit traject rijdt, na langdurige werkzaamheden, klagen veel Hagenaars over flinke geluidsoverlast.

Slide 5 - Tekstslide


Maar volgens de gemeente Den Haag is daar niets aan te doen.

Slide 6 - Tekstslide


Het spoor zal moeten inslijten.

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel hst 33 
Je leert hoe je verschillende werkwoorden en werkwoordsvormen herkent in een zin.

Dit kun je ook oefenen met werkwoordspelling in Numo 

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
Bij werkwoordspelling de persoonsvorm tt en vt goed leren spellen

Het voltooid en onvoltooid deelwoord goed leren spellen

Slide 9 - Tekstslide

Waarom moet je werkwoorden kunnen herkennen? 
  1. Omdat je dan kunt bedenken welke spellingsregel gebruikt moet worden
  2. En dan kun je werkwoorden goed spellen

Slide 10 - Tekstslide

Waarom is werkwoordspelling belangrijk? 
  1. Dit kan Word of andere spellingcorrectie nog niet goed automatisch checken
  2. Als je mail/brief schrijft met fouten nemen mensen je minder serieus. 
  3. (als je hacker wil worden, dan val je door de mand als je spelfouten maakt) 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Aantonende of gebiedende wijs:
Loop naar de maan
A
Aantonende
B
Gebiedende

Slide 14 - Quizvraag

Aantonende of gebiedende wijs:
Hoeveel geld heb jij?
A
Aantonende
B
Gebiedende

Slide 15 - Quizvraag

Aantonende of gebiedende wijs:
Wajo, geef hier die patta's!
A
Aantonende
B
Gebiedende

Slide 16 - Quizvraag

Aantonende of gebiedende wijs:
Vlieg met me mee naar de regenboog
A
Aantonende
B
Gebiedende

Slide 17 - Quizvraag

Aantonende of gebiedende wijs:
Ik zou wel een miljoen euro willen winnen.
A
Aantonende
B
Gebiedende

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Verschillende tijden 
Ik loop - onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
Ik liep - onvoltooid verleden tijd (ovt)
Ik heb gelopen - voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
Ik had gelopen - voltooid verleden tijd (vvt)

Slide 20 - Tekstslide

Hoe noem je de vorm van het werkwoord als het hele werkwoord is gebruikt? Zoals in deze zin 'gaan' en 'houden':
De leerlingen gaan geen 1,5 meter afstand houden.

Slide 21 - Open vraag

Maak een zin met het werkwoord 'hebben' waarin je dat als zelfstandig werkwoord gebruikt.

Slide 22 - Open vraag

Maak een zin met het werkwoord 'hebben' waarin je dat als hulpwerkwoord gebruikt.

Slide 23 - Open vraag

Aan de slag 
maak vraag 1 en 2 in je map

Slide 24 - Tekstslide

Let op
Van dit hoofdstuk behandelen we alleen het gedeelte over 'soorten werkwoorden'
Je hoeft NIET over koppelwerkwoorden te leren of te weten

Slide 25 - Tekstslide

Numo 
Elke les 20 minuten gewerkt aan een leerplan.
Je mag kiezen (afhankelijk van waar je beter in moet worden)
Tegel spelling of werkwoordspelling. 


Slide 26 - Tekstslide

Fijn weekend!

Slide 27 - Tekstslide

Antwoorden 1
a staan = infinitief  
b heeft  = hulpwerkwoord / gebruikt = voltooid deelwoord
c kunnen = infinitief  /  hebben = infinitief
d neemt  = zelfstandig werkwoord / uitstoten = infinitief
e Zwijgend = onvoltooid deelwoord /  staan = infinitief /  kijken = infinitief


Slide 28 - Tekstslide

Antwoorden 2
a ovt 
b ott
c vtt
d vtt
e vvt



Slide 29 - Tekstslide