Préhistorie les 1

Préhistorie
  • de jagers en    de verzamelaars 
  • de steentijd 
  • de neanderthaler 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Préhistorie
  • de jagers en    de verzamelaars 
  • de steentijd 
  • de neanderthaler 

Slide 1 - Tekstslide

de jagers en de verzamelaars

Slide 2 - Woordweb

De tijdbalk

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent het woord:
pré-historie?

Slide 4 - Open vraag

Wie waren de jagers en de verzamelaars?
  • deze groepen mensen hadden te eten omdat ze jaagden en  onder andere eetbare bessen en knollen verzamelden.
  • de mannen gingen op jacht. 
  • de vrouwen en jonge kinderen verzamelden voedsel in hun omgeving.
  • deze mensen noemen we nomaden: ze gaan wonen op een plek waar ze eten kunnen vinden

Slide 5 - Tekstslide

  • Waar woonden de jagers en verzamelaars?







Slide 6 - Tekstslide

Waar woonden de jagers en verzamelaars?
  • De jagers en verzamelaars hadden geen vaste woonplaats.
  • Ze zochten steeds een nieuwe woonplaats.
  • Daar moest zijn:
  1.  water.
  2.  een schuilplaats zoals een grot of materiaal om zelf een schuilplaats te bouwen, zoals hout of riet.
  3. dieren om op te jagen.
  4. voedsel zoals bessen, kruiden, planten om te eten.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat was het werk van de mannen?
  • de jacht op de dieren in de omgeving zoals herten, zwijnen, hazen, vissen en vogels.
  • het maken van hun wapens zoals speren, dolken, pijl en boog.
  • het maken van hun gereedschappen zoals schrapers, messen, netten of fuiken.
  • het verzorgen van hun 'huisdieren'.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

De jagers maakten zelf gereedschap. Welk materiaal gebruikten zij?
A
Vuursteen
B
Hout
C
IJzer
D
Steen

Slide 13 - Quizvraag

De jagers gingen in de omgeving op jacht. Op welke dieren jaagden zij?
A
Vissen
B
Herten
C
Hazen
D
Papegaaien

Slide 14 - Quizvraag

Wat was het werk van de vrouwen?
  • eten zoeken en verzamelen in de omgeving.
  • geneeskrachtige kruiden zoeken en voor medicijnen zorgen.
  • koken.
  • kleding maken.
  • gereedschappen en materialen voor het koken en naaien maken.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

De vrouwen maakten zelf gereedschap. Welk materiaal gebruikten zij?
A
Botten van dieren
B
Hout
C
IJzer
D
Steen

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

De vrouwen maakten zelf kleding. Welk materiaal gebruikten zij?
A
Botten van dieren
B
Dierenhuiden
C
IJzer
D
Steen

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Waarom maakten deze mensen tekeningen op de rotsen?
A
ze dachten dat de jacht dan beter zou verlopen
B
ze dachten dat ze de snelheid of kracht van de dieren zouden krijgen
C
ze tekenden graag
D
ze vonden het mooi

Slide 23 - Quizvraag

Bizon...bijzonder!
Een uitgestorven diersoort, waar je lekker van kon eten. 
Familie van de koe. Boezonder...
Samen sta je sterk!
De rondtrekkende volken, de nomaden, reisden in groepen rond. Dat is veiliger dan in je eentje. 
Uitgestorven diersoorten
Je ziet hier een sabeltandtijger en een mammoet. Beide zijn uitgestorven. Welke diersoorten zijn er over 50 jaar niet meer? 
Bijen? Walvissen? Olifanten?
Zoek ze allemaal
Kan jij de 6 diersoorten vinden?
Overleven
Je bent afhankelijk van de natuur. Is het winter, dan is er minder eten. Misschien ga je wel leren vissen. In de zomer is er juist meer eten. 
Je eet wat je kunt vinden, anders ga je dood. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

15.000 v. Chr.
  • Laatste periode van een IJstijd

  • 'Nederland' was vooral een toendra: gras, mos en lage struiken

  • Er leefden andere dieren dan nu: de mammoet, wolven, paarden en rendieren

Slide 26 - Tekstslide

De Neanderthalers
  • De neanderthaler is een 'mensachtige'.
  • De neanderthaler leefde in dit gebied tijdens de ijstijd.
  • De neanderthaler at vooral vlees, zoals mammoetvlees.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Hoe heet een ijskoude winterperiode die meerdere jaren duurt?
A
de toendra
B
de ijstijd
C
de préhistorie
D
de vorst

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een toendra?
A
Een ander woord voor rendier
B
Een stuk land met mos en struiken zonder bos
C
Een mens uit de préhistorie
D
een periode van de préhistorie

Slide 31 - Quizvraag

Is de neanderthaler nog in leven of is hij uitgestorven?

Slide 32 - Open vraag