Woordenschat groep 4 thema 3 taal actief

Woordenschat
Thema 3
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Woordenschat
Thema 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat staat er op de foto?
A
Duimstok
B
Rolmaat
C
Meetlint
D
Liniaal

Slide 2 - Quizvraag

Wat staat er op de foto?
A
Duimstok
B
Rolmaat
C
Meetlint
D
Liniaal

Slide 3 - Quizvraag

Wat staat er op de foto?
A
Duimstok
B
Rolmaat
C
Meetlint
D
Liniaal

Slide 4 - Quizvraag

Elke dag doen we een ander spelletje thuis. Welk woord past hierbij?
A
Herhaling
B
Treurig
C
Vergelijken
D
Afwisseling

Slide 5 - Quizvraag

Welk zinnetje helpt je om te onthouden wat klinkers zijn?
A
Nooit op zondag werken.
B
Oost west, thuis best.
C
De kat krabt de krullen van de trap.
D
Ik eet alle uien op.

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent ontwerpen?
A
Iets te eten klaarmaken.
B
Iets samen maken.
C
Iets heel hard weggooien.
D
Iets bedenken en op papier zetten.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor fraai?
A
Leuk
B
Mooi
C
Raar
D
Lelijk

Slide 8 - Quizvraag

Roos: Het is een klein poppetje met blond haar en een rode jurk. Op de rode jurk staan hartjes.
Wat is Roos aan het doen?
A
Iets aan het beschrijven.
B
Iets aan het jongleren.
C
Iets aan het maken.
D
Iets aan het onderhandelen.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het zelfstandig naamwoord in deze zin?
Hilda rent op het gezellige plein.
A
Rent
B
Gezellige
C
Het
D
Plein

Slide 10 - Quizvraag