H2.1 - Schaal en schaallijn

Welkom
Paragraaf 2.1 Schaal en schaallijn
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Paragraaf 2.1 Schaal en schaallijn

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Wat weet je al?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Je leert wat schaal betekent
  • Je leert wat vogelvlucht betekent
  • Je leert hoe je een lengte van een weg in te schatten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat geleerd?

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk: 3, 4, 5, 6, 10, 13, 14, 16

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat geleerd?

Slide 8 - Tekstslide

Enkele oefeningen...

Slide 9 - Tekstslide

Wat bedoelen we met hemelsbreed?
A
We gaan met het vliegtuig van punt A naar B
B
We nemen de kortste weg via de autosnelweg van A naar B
C
We gaan in een rechte lijn van A naar B
D
Geen van de gegeven antwoorden is juist

Slide 10 - Quizvraag

Een kaart is op een schaal van
1 : 15.000 getekend.
Dit betekent ..................
A
1 cm op de kaart is 15 km in werkelijkheid
B
1 cm op de kaart is in werkelijkheid 15.000 keer zo groot.
C
2 = 30.000
D
1 cm op de kaart is 150 meter in het echt

Slide 11 - Quizvraag

De schaal is 1:400. Wat is de vergrotingsfactor?
A
1
B
400
C
0,4
D
4000

Slide 12 - Quizvraag

Het wordt 5 keer groter in werkelijkheid. Wat is de schaal?
A
1:5
B
5:1
C
x5
D
5x100

Slide 13 - Quizvraag

Schaal is 1:400
Hoe spreek je dit uit?
A
1 dubbele punt 400
B
1 2 stipjes 400
C
1 gedeeld door 400
D
1 staat tot 400

Slide 14 - Quizvraag

De schaal is 1:500.
Wat is de vergrotingsfactor?
A
500
B
0,05
C
250
D
50

Slide 15 - Quizvraag

Schaalmodel: 10 cm. In werkelijkheid: 50 cm.
Wat is de schaal?
A
1:50
B
10:50
C
1:4
D
1:5

Slide 16 - Quizvraag

De modelauto heeft een schaal van 1 : 25.
Het model is 15 cm lang.

Hoe groot is de auto in het echt?
A
2,75 m
B
375 m
C
2,75 cm
D
3,75 m

Slide 17 - Quizvraag

schaal 1 : 2 000 000
betekent
A
1 cm is 200 m
B
1 cm is 2 km
C
1 cm = 20 km
D
1 cm is 200 km

Slide 18 - Quizvraag

Hoe heet dat
zwart/witte ding?
A
een lijn
B
een schaal
C
een lineaal
D
een schaallijn

Slide 19 - Quizvraag

Wat kun je berekenen met de schaallijn?
A
Afstand hemelsbreed
B
Afstand werkelijk
C
Niks
D
Hoe snel een auto gaat

Slide 20 - Quizvraag

Vraag 10
Hiernaast zie je een schaallijn. Welke schaal hoort hier bij?
A
1 : 4
B
1 : 40
C
1 : 400
D
1 : 400 000

Slide 21 - Quizvraag

5. Welke schaal hoort bij deze schaallijn? Ga er vanuit dat 1 stukje 1 cm is!
A
1 : 25
B
1 : 25000
C
1 : 2500
D
1 : 250

Slide 22 - Quizvraag

Welke schaal hoort er bij deze schaallijn?
A
1:200
B
1:1200
C
1:20000
D
200:1200

Slide 23 - Quizvraag

Huiswerk
Voor maandag

m. pr. 2.1, oef. 3, 4, 5, 6, 10, 13, 14, 16

Slide 24 - Tekstslide