Grammatica - les 3.7 - pv + wwg

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

deze les:

• lezen 
• herhalen: persoonsvorm (5 min.)
• uitleg- werkwoordelijk gezegde (10 min.)
• zelfstandig werken in werkboek (15 min.) 
• afronden les (5 min.)

Grammatica- les 1.7

Vorige lessen:

• persoonsvorm vinden in een zin

Onderwerp en persoonsvorm

Iedere Nederlandse zin heeft een onderwerp en een persoonsvorm.

Bijvoorbeeld: Jan slaapt.

De persoonsvorm vind je door:

• De zin vragend  te maken.
  Het eerste woord is de persoonsvorm.

Ik mag mijn jas opruimen. 

• De zin in een andere tijd  te zetten. 
  Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

De docent gaat de les uitleggen.

Doel van de les:

• de persoonsvorm benoemen
• het werkwoordelijk gezegde benoemen
  

Zinnen opbouwen

wie

wat

Zinnen opbouwen

onderwerp

persoonsvorm

wie

wat

Zinnen opbouwen

wie

wat

de docent

vertelt

nu

de opdracht

aan jullie

Pak je schrift!

Is de slide geel?

Schrijf de aantekeningen 

over in je schrift!

Onze kat had een muis gevangen.

Wat is de persoonsvorm?

1. onze kat
2. gevangen
3. had
4. een muis

Mijn vader zal zich eerst nog moeten scheren.
Wat is de persoonsvorm?

1. mijn vader
2. zich
3. zal
4. moeten

Werkwoordsvormen:

• persoonsvorm
• hele werkwoord
• voltooid deelwoord 

Wat is de PV?

Mijn moeder wil mij gelukkig zien.

Wat is het WWG?

Mijn moeder wil mij gelukkig zien.

Wat is de PV?
Ze wil morgen op het bal kunnen dansen in haar jurk.

Wat is het WWG?
Ze wil morgen op het bal kunnen dansen in haar jurk.

Maken: H1 - grammatica - les 3.7 - opd. 4 t/ 7

                                                         werkboek

Klaar?

• Lezen leesboek
• online spelletje: https://www.spelletjesplein.nl/werkwoordspelling-spelletjes/

Wat moet er in iedere goede zin staan?

Doel van de les:

• de persoonsvorm benoemen
• het werkwoordelijk gezegde benoemen
  

Afsluiting

• Huiswerk: les 3.7 opd. 4 t/m 7  afmaken
• Volgende les: werkblad -                           onderwerp benoemen