a. Kies een emotie – schrijf bovenaan je blad
b. Schrijf in hoog tempo, zonder te stoppen, in steekwoorden, hoe je die emotie kan aflezen aan het uiterlijk, de buitenkant dus: in iemands beweging, houding, ogen, mond, handen, vingers. Wees precies, gebruik details, zoom in. Je benoemt je emotie NERGENS. Stop niet met schrijven, eerste impuls is goud waard.
c. Benoem nu ook drie metaforen die deze emotie uitdrukken. Metaforen zijn vergelijkingen:
Zijn boosheid is als…. een golf razend zeewater met een grote witte schuimkop erop.