In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Periode 3
H9 Leertheorieën
Slide 1 - Tekstslide
Vorige week
De studenten kunnen benoemen wat impliciet en expliciet motorisch leren is.
De studenten kunnen benoemen wat intrinsieke en extrinsieke feedback is.
De studenten kunnen de 2 functies benoemen van het geven van correcties.
Slide 2 - Tekstslide
Bij impliciet leren wordt er niet van een ideale of perfecte beweging uit gegaan
Bij deze vorm van leren weet de sporter precies hoe hij de beweging moet uitvoeren.
'Doe alsof' instructies
Voer de beweging op verschillende manieren uit.
Een gemakkelijke opdracht geven zodat de sporter succes ervaart.
Een reactie van de lesgever op 1 of meerdere fouten van de student.
Implicietleren
Expliciet leren
Analogie
Differentieel
Foutloos
Correctie
Slide 3 - Sleepvraag
Vandaag
1) De 4 fasen benoemen in de juiste volgorde van motorisch leren.
2) De functie/gang van zaken benoemen van deze 4 fasen.
3) De 3 factoren kunnen benoemen van de kwantiteit van de les
Slide 4 - Tekstslide
Typen 'leren'
Je kan van alles leren! Spelregels, beweging, zelfstandigheid etc. Deze vaardigheden delen we op in 3 typen leren.
Welke waren dat ook alweer?
Slide 5 - Tekstslide
Motorisch leren:
Motorisch leren is op te delen in 4 fasen:
Zoek deze 4 fasen op in het boek (H9P9)
Maak in 4 tal de volgende opdracht:
Leg met je groepje de fasen van het motorisch leerproces in juiste volgorde.
Voeg de kenmerken toe aan de juiste fase van het motorisch leerproces.
timer
10:00
Slide 6 - Tekstslide
Motorisch leren:
1. Oriëntatiefase:
–globale bewegingsvoorstelling
–opdoen van bewegingservaring.
2. Grofmotorische fase:
–gedetailleerde bewegingsvoorstelling
–uitvoeren van de totaalbeweging.st
3. Verfijningsfase:
–verfijnen van de beweging
–verbeteren van deelstructuren.
4. Automatiseringsfase:
–bewegingsverzwaringen
–bewegingscombinaties
–bewegingsverbindingen.
Slide 7 - Tekstslide
Motorisch leren:
Werk met je groepje het volgende uit:
Beschrijf het doel van deze fase
Wat zijn de kenmerken van deze fase
Geef een praktijk voorbeeld van deze fase
timer
10:00
Slide 8 - Tekstslide
Oriëntatie fase
Doel: Eerste keer ervaring opdoen met de beweging en een plaatje in je hoofd hebben over hoe de beweging gaat.
In deze fase: Ben je echt de beweging aan het verkennen, imiteren, mee aan het experimenteren.
Is de kwaliteit van deze beweging goed?
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld
Voetbal E1
Bal koppen
Timing/ kracht/ kijken
Koppen uit stand
Voorbeeld: Huub vindt het nog moeilijk. Hij trekt het hoofd wat in, buigt de armen, knijpt de ogen dicht en laat de bal op goed geluk op zijn hoofd vallen. Regelmatig timet hij te laat en mist hij de bal volledig.
Slide 10 - Tekstslide
Grof motorische fase
Doel: Je kan een gedetailleerde voorstelling maken van de beweging en je beheerst de globale beweging.
In deze fase: Kan je de beweging al goed uitvoeren maar deze is nog verre van perfect.
Hoe oefen je de beweging in een vaste situatie?
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeeld
Aandacht op manier raken van de bal met het hoofd.
Huub weet de bal al aardig met het midden van zijn voorhoofd te raken.
Voorbeeld:
Voorafgaand aan het moment van raken, je lichaam naar achteren moet brengen.
Huub krijgt het maken van een spanboog al aardig onder de knie.
Een goede kopbal in de wedstrijd is voor Huub nog best lastig.
Slide 12 - Tekstslide
Verfijningsfase
Doel: Het verbeteren en verfijnen van de beweging zodat deze zo efficiënt/economisch mogelijk uitgevoerd wordt.
Ook de deelbewegingen van het totale plaatje worden nu verbeterd!
In deze fase: In deze fase is de coördinatie van de beweging veel beter. De beweging verloopt veel soepeler maar nog steeds in enkele situaties lukt het nog niet.
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeeld
Gericht koppen naar links en rechts met sprong
Tegenover elkaar de een gooit en verdedigt doel, ander mikt op scoren.
Focus -> inzet van armen
Slide 14 - Tekstslide
Automatiseringsfase
Doel: De beweging wordt nu een automatisme. Je hoeft er dus niet meer zo veel moeite voor te doen of aan te denken.
In deze fase: In deze fase voert de deelnemer de beweging blijvend technisch juist uit. De beweging is bovendien bestand tegen storende invloeden. Hierbij valt te denken aan nervositeit, wind, publiek, tegenstanders. De bewegingen kenmerken zich door een grote snelheid, zekerheid en nauwkeurigheid. De beweging verloopt vloeiend en is ontdaan van onnodige bijbewegingen.
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeeld
Voetbaltennis/ kopvolley
Hoog net zorgt koppen in verschillende situaties
Koppen met een duik
Koppen naar medespeler
Koppen met een knikje
Slide 16 - Tekstslide
Kwantiteit v/d les
Kwantiteit = grootte, hoeveelheid
Slide 17 - Tekstslide
Oefening baart kunst
Als je super veel oefent (hoge kwantiteit) wordt je beweging daar altijd beter van?
Slide 18 - Tekstslide
3 factoren
Een goede kwantiteit van de les heeft te maken met 3 factoren:
1) Dosering
2) Frequentie
3) Variatie
Slide 19 - Tekstslide
Dosering
- Hoeveel oefeningen doe je in de les? 3 oefeningen of 10?
EN
- De juiste balans/dosering tussen intensiteit en ontspanning
Slide 20 - Tekstslide
Frequentie
Hoeveel keer doe je die ene oefening?
30 seconde? Of zeker 10 minuten?
Waar kan dat vanaf hangen?
Slide 21 - Tekstslide
Frequentie
1) De aard van de aan te leren beweging
2) Het niveau waarop de deelnemers de beweging moeten beheersen
3) De aard van de deelnemer
Slide 22 - Tekstslide
Variatie
- Pas iets aan de oefening aan om het makkelijker, moeilijker OF interessanter te houden.
Wat kan je doen als de koek op is bij de leerlingen?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.