3.1 Kleurrijk Nederland 2020

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke culturen zijn er in de klas?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Waarden zijn:
A
alles wat mensen belangrijk vinden in het leven.
B
de gedragsregels die belangrijk zijn in Nederland.
C
regels over hoe je je moeten gedragen.
D
belangen die alle Nederlanders delen.

Slide 9 - Quizvraag

Normen zijn:
A
alles wat mensen belangrijk vinden in het leven.
B
besluiten die de overheid neemt.
C
regels over hoe je je moet gedragen.

Slide 10 - Quizvraag

Vriendschap is een voorbeeld van een norm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Bewoners houden acties om hun buurt autovrij te houden. Hiermee komen zij op voor hun
A
Waarden
B
Normen

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Noem twee andere voorbeelden van de Nederlandse dominante cultuur.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat bedoelen we met de dominante cultuur?
A
De cultuur van de oudere generatie.
B
De subculturen die naast elkaar leven.
C
De cultuur van de meeste mensen in een land.
D
De cultuur van jongeren.

Slide 17 - Quizvraag

Met subcultuur bedoelen we cultuur die:
A
van een kleine groep mensen binnen de samenleving is.
B
hoort bij de grootste groep in de samenleving.
C
alleen populair is bij jongeren.
D
afgeleid is van de dominante cultuur.

Slide 18 - Quizvraag

Welke uitspraak is juist?
In ons land:

A
kennen we geen dominante cultuur.
B
is de Nederlandse cultuur dominant.
C
zijn er meer dominante culturen dan subculturen.
D
zijn er meerdere dominante culturen.

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Pluriform betekent...
A
Iets anders
B
Veelvoorkomend
C
Veelkleurig
D
Verschillend

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

We noemen iemand een ... als hij of zij een ander land binnenkomt om daar te wonen.

Slide 26 - Open vraag

Als Noa naar Duitsland verhuist, dan is hij voor Nederland een...
A
Immigrant
B
Emigrant

Slide 27 - Quizvraag

Als Danny vanuit Spanje naar Nederland komt om hier te wonen, dan is hij voor Nederland een...
A
Immigrant
B
Emigrant

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Je bent een ... als jijzelf en allebei je ouders in Nederland zijn geboren.

Slide 31 - Open vraag

Koning Willem Alexander zijn vader is geboren in Duitsland. Hij is iemand met een...
A
Nederlandse achtergrond
B
Migratie achtergrond

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide