Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Verbindingswoorden & signaalwoorden
Verbindingswoorden
= signaalwoorden, voegwoorden
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
PAV M&M
Secundair onderwijs
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Verbindingswoorden
= signaalwoorden, voegwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Verbindingswoorden
Woorden die twee zinnen verbinden
Voorbeeld:
Ik kan niet naar school komen.
WANT
Ik ben ziek.
Slide 2 - Tekstslide
Maak een zin met...
Slide 3 - Tekstslide
Signaalwoorden (deel 1)
Slide 4 - Woordweb
Signaalwoorden (deel 2)
Slide 5 - Woordweb
Signaalwoorden (deel 3)
Slide 6 - Woordweb
Bart wil nu naar school, ... het regent heel erg hard.
A
want
B
zodat
C
terwijl
D
maar
Slide 7 - Quizvraag
Sacha gaat naar school ... hij neemt al zijn schoolspullen mee.
A
als
B
want
C
en
D
zodat
Slide 8 - Quizvraag
De leerkracht herhaalt de leerstof nog eens ... alle leerlingen het begrepen hebben.
A
zodat
B
nadat
C
omdat
D
als
Slide 9 - Quizvraag
... de schooldag gedaan is, mogen de leerlingen naar huis.
A
Zodat
B
Nadat
C
Omdat
D
Dus
Slide 10 - Quizvraag
De kat speelde met een bal, ... de hond rustig sliep in zijn mand.
A
of
B
maar
C
terwijl
D
nadat
Slide 11 - Quizvraag
Ik luister graag naar klassieke muziek, ... het helpt mij te ontspannen na een lange schooldag.
A
als
B
terwijl
C
want
D
nadat
Slide 12 - Quizvraag
Ik ben van plan om naar Pukkelpop te gaan, ... moet ik snel tickets kopen voordat ze uitverkocht zijn.
A
omdat
B
dus
C
want
D
zodat
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Signaalwoorden
Helpen jou bij het lezen van de tekst. Door te zoeken naar signaalwoorden, moet je niet de hele tekst lezen
Voorbeelden van signaalwoorden:
eerst, ten slotte, daarna, hier, daar
Slide 15 - Tekstslide
Verschillende soorten
opsomming
ten eerste, ten tweede, ten derde,...
allereerst, eerst, om te beginnen
bovendien, ook, en, daarnaast, verder
niet alleen + maar ook (in combinatie)
als laatste, ten slotte, tot slot
tegenstelling
maar, echter, toch, wel
hoewel, ondanks, weliswaar
integendeel, daarentegen
in tegenstelling tot
aan de ene kant + aan de andere kant (in combinatie)
enerzijds + anderzijds (in combinatie)
desalniettemin, desondanks
tijd
eerst, voordat
tijdens, tegelijkertijd
nadat, daarna, vervolgens
uiteindelijk, als laatste, ten slotte, tot slot
zodra, als, wanneer, op het moment dat, terwijl
reden, verklaring
omdat, daarom, dus, om die reden
doordat, daardoor, waardoor, zodat
met het doel dat, om te, opdat, teneinde, waartoe
want, namelijk, immers
zodat, met het gevolg dat, ten gevolge van
kortom
dat heeft geleid tot
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
verbindingswoorden
Januari 2024
- Les met
12 slides
PAV M&M
Secundair onderwijs
Verbindingswoorden & signaalwoorden
November 2022
- Les met
13 slides
PAV M&M
Secundair onderwijs
Tekststructuren
23 dagen geleden
- Les met
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
les 3 instructies 201223
December 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
De 4 tafelen
Februari 2023
- Les met
12 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Gevoelswaarde van woorden
Januari 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Het beschrijvend verband
Maart 2021
- Les met
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Nieuwsbegrip- WK
November 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Secundair onderwijs