H5 Genexpressie

Genexpressie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Genexpressie

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Herhalen vorige les
  • Theorie Genexpressie


Leerdoelen:

  • Je kan verschillende manieren van genrugaltie beschrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Repressie prokaryoten (lactose niet aanwezig)

Slide 7 - Tekstslide

Genexpressie prokaryoten (lactose wel aanwezig)

Slide 8 - Tekstslide

Het aan- en uitzetten van een gen
A
genexpressie
B
genregulatie

Slide 9 - Quizvraag

wanneer een gen aan staat, kan door transcriptie RNA ontstaan en door translatie een eiwit
A
genexpressie
B
genregulatie

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn regulatorgenen?

Slide 11 - Open vraag

Wat zijn structuurgenen?

Slide 12 - Open vraag

Maak nu in tweetallen opdracht 18 

Slide 13 - Tekstslide

Genregulatie en celdifferentiatie in embryonale stamcellen

Slide 14 - Tekstslide

Regulatie van de genexpressie tijdens ontwikkeling van een fruitvlieg

Slide 15 - Tekstslide

regulatie embryonale ontwikkeling

Slide 16 - Tekstslide

Maak nu in tweetallen opdracht 19 t/m 21 

Slide 17 - Tekstslide

de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van omkeerbare veranderingen in de activiteit van genen, die niet het gevolg zijn van vernaderingen in de nucleotidenvolgorde van het DNA noemen we:

Slide 18 - Open vraag

Genregulatie
1. Door voorkómen van vorming RNA 
2. Door DNA opgewonden te houden (gebeurt ook o.i.v. eiwitten)
3. Door methylering (wordt doorgegeven aan kinderen en diens kinderen etc. ----> andere genexpressie

Slide 19 - Tekstslide

1. Door voorkomen vorming RNA of eiwitsynthese

Slide 20 - Tekstslide

2. Door het DNA opgewonden te houden (of zelfs strakker op te rollen)

Slide 21 - Tekstslide

Maken opdrachten

Slide 22 - Tekstslide

Termen
Genregulatie:        het aan- of uitzetten van een gen
Genexpressie:      wanneer een gen aan staat, kan door transcriptie RNA
                                      ontstaan en door translatie een eiwit
Structuurgenen: genen in prokaryoten die de informatie bevatten voor
                                      vorming van eiwit
Regulatorgenen: genen die ervoor zorgen dat de juiste genen op het juiste moment en de juiste plaats tot expressie komen
- repressor (prokaryoot)
- activeren of remmen m.b.v. eiwitten (eukaryoot)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide