Klas 3 les 2 wk 46 schooljaar 2021/22

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Heute
GOT Lucas
Wiederholung
Grammatik B- 3e naamval
Sprechen

Slide 2 - Tekstslide

Vorhang auf für Lucas!

Slide 3 - Tekstslide

Hat euch das GOT gefallen?
Ja
Nein

Slide 4 - Poll

Was werdet ihr Zuhause erzählen über das GOT?

Slide 5 - Open vraag

Wat vond je Top?

Slide 6 - Open vraag

Welke Tip heb je voor de presentator?

Slide 7 - Open vraag

Hoe zal je het GOT beoordelen?
Onvoldoende
Voldoende
Goed

Slide 8 - Poll

Grammatik- 3e naamval 

Slide 9 - Tekstslide

Ontleden (net als in het Nederlands)
3e naamval ➔ meewerkend voorwerp (aan hem)
 
vraag: “aan wie/ voor wie” ? = meewerkend voorwerp
 
Ik heb voor mijn moeder een krant gekocht  
Voor wie heb ik een krant gekocht?  => mijn moeder = meewerkend voorwerp

Slide 10 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp
Aan / voor wie + gezegde + onderwerp + lijdendvoorwerp

Slide 11 - Tekstslide

Dativ ( 3e naamval)
M
V
O
MV
dem
der
dem
den

Slide 12 - Tekstslide

Stappenplan
1. Staat er "es gibt" in de zin?
ja? 4e naamval

2. Staat er een voorzetsel in de zin?
ja? Voorzetsel met de 3e naamval
ja? Voorzetsel met de 4e naamval

3. Ga ontleden
1e naamval = onderwerp
3e naamval = meewerkend voorwerp
4e naamval = lijdend voorwerp

Slide 13 - Tekstslide

3e naamval
Wanneer gebruik je de 3e naamval?
1. meewerkend voorwerp 
2. na voorzetsels van de 3e naamval (aus, außer, bei...)


Noteer de voorzetsels

Slide 14 - Tekstslide

3e naamval

Slide 15 - Tekstslide

Persoonlijke vnw 3e naamval
1e naamval
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
3e naamval
mir
dir
ihm/ihr/ihm
uns
euch
ihnen/Ihnen
4e naamval
mich
dich
ihn/sie/es
uns
euch
sie/Sie

Slide 16 - Tekstslide

Der-groep 3e naamval

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

üben, üben, üben

Slide 19 - Tekstslide

Dankeschön 3Aa!!!

Slide 20 - Tekstslide