In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Les 8 interculturele communicatie
Slide 1 - Tekstslide
Vorige week
Lesopdracht rehabilitatie en herstelondersteunende zorg
Theorie/casus
Slide 2 - Tekstslide
Weet je het nog
Slide 3 - Tekstslide
Kwartiermmaken
Slide 4 - Woordweb
Kwartiermaken
het meer toegankelijk maken van buurthuizen en verenigingen voor mensen met psychiatrische problematiek.
Slide 5 - Tekstslide
Maatschappelijk steunsysteem
Slide 6 - Woordweb
Maatschappelijk steunsysteem
een gecoördineerd netwerk van personen, diensten en voorzieningen (kwetsbare mensen hebben ook een rol) die kwetsbare mensen helpt weer in de samenleving te participeren
Slide 7 - Tekstslide
Herstelondersteunende zorg
helpt mensen met ernstige psychische problemen om zichzelf te helpen om weer zelf de regie over het leven te voeren.
Het schrijven van eigen ervarings- en herstelverhalen is een belangrijke middel in de herstelondersteunende zorg. (voorbeeld casus Jan - borderline en verslaving)
Slide 8 - Tekstslide
Interculturele communicatie
Boek Communicatie
Thema 1.3
Slide 9 - Tekstslide
Interculturele communicatie
Inter = tussen
interculturele communicatie = de communicatie tussen mensen van een verschillende cultuur.
Slide 10 - Tekstslide
Diversiteit
= grote verscheidenheid
Slide 11 - Tekstslide
Waar denk je aan bij interculturele communicatie
Slide 12 - Woordweb
Diversiteit
Mensen verschillen in:
- Culturele afkomst
- Leeftijd
- Sekse
- Nationaliteit
- Seksuele gaardheid
- Religie
- Taalgebruik
- etc.
Slide 13 - Tekstslide
Culturele diversiteit
Cultuur = alles wat door mensen is bedacht en gemaakt, de manier waarop mensen met elkaar omgaan en de manier waarop mensen over allerlei onderwerpen denken en oordelen.
Slide 14 - Tekstslide
Je kunt interculturele communicatie bevorderen door:
A
je bewust te zijn van je eigen cultuur, waarden en normen en je verdiepen in de cultuur van de ander
B
de waarden en normen uit je eigen cultuur als maatstaf te nemen.
C
veel gebaren te gebruiken, want die betekenen in elke cultuur hetzelfde.
D
ervan uit te gaan dat waarden, normen en culturele gewoonten onveranderlijk zijn.
Slide 15 - Quizvraag
Non - verbale communicatie speelt een extra belangrijk rol bij interculturele communicatie, waarom is dit?
Slide 16 - Open vraag
Aandachtspunt
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Onverwacht langskomen kan voornamelijk in
A
Suriname
B
Nederland
Slide 19 - Quizvraag
Je bord leeg eten is brutaal in
A
Nederland
B
China
C
Marokko
D
Spanje
Slide 20 - Quizvraag
Hier betekent schudden met je hoofd namelijk ‘ja’ en knikken met je hoofd ‘nee’, terwijl het in Nederland precies andersom is.
A
Nederland
B
Portugal
C
Engeland
D
Bulgarije
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Video
Wie weet nog meer gebaren met verschillende betekenissen?
Slide 23 - Open vraag
Aandachtspunten
Spreek in korte zinnen en gebruik eventueel eenvoudige woorden
Bekijk je eigen cultuur af en toe door de ogen van een buitenstaander
Vriendelijkheid en een glimlach werkt positief
Ga niet betuttelen en kleineren
Houd er rekening mee dan gebaren een andere betekenis kunnen hebben
Probeer bepaalde handelingen voor te doen
Wees voorzichtig met humor
Let op oogcontact
Vermijd vragen naar 'het waarom'
Stel concrete vragen
Heb een open en betrokken houding
Slide 24 - Tekstslide
Methode van Pinto
David Pinto, hoogleraar Interculturele Communicatie, ontwikkelde een driestappenmethode (DSM) om vooroordelen weg te nemen en de normen en waarden van de ander beter te begrijpen en te respecteren.
Slide 25 - Tekstslide
De drie stappen van de methode van Pinto
Stap 1. Leer je eigen waarden en normen kennen
Stap 2. Leer de normen en waarden van de ander kennen
Stap 3. Bepaal hoe je met de verschillen in normen en waarden omgaat, wat je grenzen zijn en waarin jij je wilt aanpassen.
-Kijk ook naar de overeenkomsten
Slide 26 - Tekstslide
Aandachtspunt
Slide 27 - Tekstslide
Tekst
Slide 28 - Tekstslide
Aandachtspunt
Slide 29 - Tekstslide
Bij welk verschil in interculturele communicatie had jij nog niet stilgestaan?
Slide 30 - Open vraag
Welke aandachtspunten neem je mee in je communicatie met zorgvragers met andere culturele achtergrond?