In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Interculturele Communicatie
Interculturele communicatie
Beroepsgericht 1, sweek 8
Slide 1 - Tekstslide
Waar denk je aan bij interculturele communicatie
Slide 2 - Woordweb
Interculturele communicatie
Inter = tussen
interculturele communicatie = de communicatie tussen mensen van een verschillende cultuur.
Slide 3 - Tekstslide
Diversiteit
= grote verscheidenheid
Slide 4 - Tekstslide
Waar kunnen mensen in verschillen?
Slide 5 - Tekstslide
Diversiteit
Mensen verschillen in:
- Culturele afkomst
- Leeftijd
- Sekse
- Nationaliteit
- Seksuele gaardheid
- Religie
- Taalgebruik
- etc.
Slide 6 - Tekstslide
Culturele diversiteit
Cultuur = alles wat door mensen is bedacht en gemaakt, de manier waarop mensen met elkaar omgaan en de manier waarop mensen over allerlei onderwerpen denken en oordelen.
Slide 7 - Tekstslide
Noem drie voorbeelden van culturele diversiteit in Nederland of in je werk
Slide 8 - Open vraag
Je kunt interculturele communicatie bevorderen door:
A
je bewust te zijn van je eigen cultuur, waarden en normen en je verdiepen in de cultuur van de ander
B
de waarden en normen uit je eigen cultuur als maatstaf te nemen.
C
veel gebaren te gebruiken, want die betekenen in elke cultuur hetzelfde.
D
ervan uit te gaan dat waarden, normen en culturele gewoonten onveranderlijk zijn.
Slide 9 - Quizvraag
Non - verbale communicatie speelt een extra belangrijk rol bij interculturele communicatie, waarom is dit?
Slide 10 - Open vraag
Onverwacht langskomen kan voornamelijk in
A
Suriname
B
Nederland
Slide 11 - Quizvraag
Je bord leeg eten is brutaal in
A
Nederland
B
China
C
Marokko
D
Spanje
Slide 12 - Quizvraag
Het gebaar van een de 'Devil Horns' kan in sommige landen de volgende betekenis hebben
A
Rock 'n Roll
B
Criminele bendes
C
Dat je vrouw je bedrogen heeft
D
Teken om het boze oog af te weren
Slide 13 - Quizvraag
Hier betekent schudden met je hoofd namelijk ‘ja’ en knikken met je hoofd ‘nee’, terwijl het in Nederland precies andersom is.
A
Nederland
B
Portugal
C
Engeland
D
Bulgarije
Slide 14 - Quizvraag
In Nederland staat bij communicatie het volgende centraal
A
De inhoud staat centraal
B
Het relatieaspect staat centraal
Slide 15 - Quizvraag
Nederland is een
A
Individualistische cultuur
B
Collectivistische cultuur
Slide 16 - Quizvraag
Individu of groep
Individualistisch: Nederland, VS, Australie, Groot Brittannie en Canada
Collectivistische landen: Colombia, Venenzuela, Panama, Ecuador en Guatemala
Slide 17 - Tekstslide
Nederland is een
A
Mannelijke cultuur
B
Vrouwelijke cultuur
Slide 18 - Quizvraag
Mannelijke of vrouwelijke cultuur
Mannelijke: Slowakije, Japan en Hongarije
Vrouwelijke: Nederland, Zweden, Noorwegen, Denemarken en Finland
Slide 19 - Tekstslide
Wat voor een miscommunicatie maak je op werk mee gericht op diversiteit?
Slide 20 - Woordweb
Waar let je op in je communicatie bij diversiteit?
Slide 21 - Woordweb
Aandachtspunten
Spreek in korte zinnen en gebruik eventueel eenvoudige woorden
Bekijk je eigen cultuur af en toe door de ogen van een buitenstaander
Vriendelijkheid en een glimlach werkt positief
Ga niet betuttelen en kleineren
Houd er rekening mee dan gebaren een andere betekenis kunnen hebben
Probeer bepaalde handelingen voor te doen
Wees voorzichtig met humor
Let op oogcontact
Vermijd vragen naar 'het waarom'
Stel concrete vragen
Heb een open en betrokken houding
Slide 22 - Tekstslide
De drie stappen van de methode van Pinto
Stap 1. Leer je eigen waarden en normen kennen
Stap 2. Leer de normen en waarden van de ander kennen
Stap 3. Bepaal hoe je met de verschillen in normen en waarden omgaat, wat je grenzen zijn en waarin jij je wilt aanpassen.