11/01/2023 2B Column schrijven + herhaling zinsdelen




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


Mevrouw Duinhouwer
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


Mevrouw Duinhouwer

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Planning 
Schrijfopdrachten: 14 februari inleveren definitieve opdracht
  • Zakelijke brief
  • Column
  • Overtuigende tekst 
  • Nieuwsbericht 
Grammatica - formatieve toets: 







Behandeld:
Wederkerende werkwoorden
Voorzetselvoorwerp
Bijvoeglijke bepaling
Bijwoordelijke bepaling

Nog te behandelen:
Telwoorden
Samengestelde zinnen
Voegwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Lesprogramma
Lesuur 1 - Column schrijven
  • Analyse van een column
  • Onderwerp kiezen en mening formuleren
  • Schrijven van je column

Lesuur 1 - Grammatica
  • Herhaling zinsdelen
  • Telwoord







Slide 4 - Tekstslide

Vorige les
Lesuur 1 - Column 
  • Voorbeeld van een geschreven column
  • Vergelijken van verschillende columns 
  • Criteria vaststellen van een goede column 
  • Analyse van een column
  • Onderwerp kiezen en mening formuleren





Slide 5 - Tekstslide

Tekstsoort

Slide 6 - Tekstslide


Ga op zoek naar een column die jou aanspreekt
  • Is de column persoonlijk?
  • Bevat de column de mening van de schrijver?
  • Gaat de column over een herkenbaar probleem?
  • Is de column kritisch?
  • Is de column verrassend?
  • Bevat de column humor?
  • Zet de column je aan het denken?

Slide 7 - Tekstslide

Learnbeat: 2.4 Schrijfopdrachten voor je portfolio 
2D Opdracht 4  - Analyse van een column (individueel)

2E Opdracht 5 - Onderwerp kiezen en mening formuleren (individueel)
  • Zoek op internet naar drie onderwerpen die in het nieuws zijn geweest. Kies een onderwerp dat je aanspreekt
  • Zoek twee teksten waarin een mening is geformuleerd. Liefst één artikel met een positieve en één met een negatieve mening
  • Formuleer je eigen mening over het onderwerp. Bedenk drie punten die je wil gebruiken in je column. 

2F Maak een bouwplan voor je column - upload je bouwplan in je portofolio





Slide 8 - Tekstslide

Succescriteria
- De column geeft jouw persoonlijkheid weer.
• De column heeft een originele invalshoek of een mening die afwijkt van de heersende opinie.
• De column bevat een conflict.
• De column begin met een 'stomp in de maag'.
• De column eindigt met een 'krul in de staart'.
• Elke zin heeft betekenis.
• Elk woord heeft betekenis.
• Emoties roepen een verhaal op.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht
Learnbeat:  2.4 Schrijfopdrachten voor je portfolio 
Opdracht 5:
Maak een bouwplan van je column
Verder werken aan je column
Feedback geven aan elkaar
Herschrijven

Slide 10 - Tekstslide

Lesuur 2
LESUUR - 2

Slide 11 - Tekstslide

Voorzetselvoorwerp

Slide 12 - Tekstslide

Verschil bwb en vzv

Hij wacht op zijn vriendin. ->voorzetselvoorwerp

Hij wacht op de stoep. -> bijwoordelijke bepaling



Bij een bijwoordelijke bepaling:

  • geeft het voorzetsel een precieze plaats of tijd aan
  • kun je het vaak vervangen door een ander voorzetsel



Slide 13 - Tekstslide

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Gezegde (WG of NG)
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling (bvb)
- Ondergeschikte bijwoordelijke
bepaling (obwb)

Zinsdelen
Zinsdeelstukken

Slide 14 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling

1. De bijvoeglijke bepaling
Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?

Voorbeeld:

De nieuwe speler| is |in onze wijk| komen wonen.
nieuwe = bijvoeglijke bepaling bij speler (welke/wat voor speler?)
onze = bijvoeglijke bepaling bij wijk (welke/wat voor wijk?)
Bij een zelfstandig naamwoord kan meer dan één bijvoeglijke bepaling staan.

Slide 15 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling

Voorbeeld:
De lange, mooie jongen | kwam | niet.
lange = bijvoeglijke bepaling bij jongen
mooie = bijvoeglijke bepaling bij jongen
Een bijvoeglijke bepaling kan uit meer dan één woord bestaan.

Namen kunnen ook bijvoeglijke bepalingen zijn.
Voorbeeld:
De plaats Zandvoort ligt aan de Nederlandse kust.
Zandvoort = bijvoeglijke bepaling bij plaats
Nederlandse = bijvoeglijke bepaling bij kust




Slide 16 - Tekstslide

Ondergeschikte bijwoordelijke bepaling

2. De ondergeschikte bijwoordelijke bepaling

De bijwoordelijke bepaling als zindeelstuk (=ondergeschikte bijwoordelijke bepaling) zegt iets van een ander woord dan een zelfstandig naamwoord.

Ik vond het boek erg spannend.
erg = bijwoordelijke bepaling bij spannend (geen zelfstandig naamwoord)
In een bijvoeglijke bepaling kan een bijwoordelijke bepaling staan.

Ik vond dat een erg vervelende opmerking.
erg vervelende = bijvoeglijke bepaling bij opmerking
erg = bijwoordelijke bepaling bij vervelende







Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Opdracht
Learnbeat:  3 Grammatica

Maak opdracht 3.2 Woordsoorten - A Telwoord

Slide 19 - Tekstslide