DT-V2_Mag3-Lorentzkracht Open

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4-6

Diagnostische toets magnetisme

3. Lorentzkracht

Open vragen.

ToDo 26-10-2019
Deze en volgende slide actueel maken

Deze slide aan het begin van alle individuele LessonUps toevoegen.

Geef hieronder de namen van de personen met wie je hebt samengewerkt, INCLUSIEF je eigen naam!

Hierbij beloof ik dat ik deze DT zonder hulp van anderen maak.

1. Jazeker!
2. Dat is goed.
3. Oké.
4. Nee, ik vraag hulp.

Twee draden (a en b) van 25 cm bevinden zich 2,0 cm naast elkaar en zijn zoals hiernaast aangesloten. Er loopt een stroom van 0,61 A.

Bereken de grootte en richting van de lorentzkracht die draad a van draad b ondervindt via onderstaande deelvragen. Neem de tekening (schematisch) over! Let op, de antwoorden van vraag 2 en 3 zijn klein.

1. Geef het veld van draad b links en rechts van draad b aan met   •   en   x .

2. Bereken de sterkte van het veld van b ter plekke van draad a. Voor de veldsterkte rond een draad geldt de formule onder de figuur.

Heb je bij de vorige vraag geen antwoord, neem dan een B = 5,0 10^-6 T

3. Bereken de lorentzkracht van het veld van b op de stroom van a.

4. Bepaal (en teken) de richting van de kracht van het veld van b op stroomdraad a EN van de kracht van het veld van a op stroomdraad b.

De spanningsbron heeft een waarde van 12 V

5. Laat zien dat de weerstand van één draad 9,8 Ω is.
De draden zijn gemaakt van constantaan (legering / alliage).
6. Bereken de dikte van één draad.

Lever je antwoorden via foto's in op volgende pagina's

B=μ​o​​​2πr​​I​​

μ(o) uit tabel 7

r = afstand vanaf de draad
I = stroom door de draad

b         a

1. Geef het veld van draad b links en rechts van b aan met  puntje(s) . en kruisje(s) x.

Twee draden van 25 cm bevinden zich 2,0 cm naast elkaar en zijn zoals hiernaast aangesloten. Er loopt een stroom van 0,61 A.

2. Bereken de sterkte van het veld van b ter plekke van a.

B=μ​o​​​2πr​​I​​

B=μ​o​​​2πr​​I​​

B=μ​o​​​2πr​​I​​

µo

De µo vind je in tabel 7.

Twee draden van 25 cm bevinden zich 2,0 cm naast elkaar en zijn zoals hiernaast aangesloten. Er loopt een stroom van 0,61 A.

3. Bereken de lorentzkracht van het veld van b op de stroom van a.

Heb je bij de vorige vraag geen antwoord, neem dan een B = 5,0 10^-6 T

B=μ​o​​​2πr​​I​​

B=μ​o​​​2πr​​I​​

Twee draden van 25 cm bevinden zich 2,0 cm naast elkaar en zijn zoals hiernaast aangesloten. Er loopt een stroom van 0,61 A.

4. Bepaal (en teken) de richting van de kracht van het veld van b op stroomdraad a EN die van de kracht van het veld van a op stroomdraad b.

B=μ​o​​​2πr​​I​​

B=μ​o​​​2πr​​I​​

Twee draden van 25 cm bevinden zich 2,0 cm naast elkaar en zijn zoals hiernaast aangesloten. Er loopt een stroom van 0,61 A.
De spanningsbron is 12 V. De draden zijn gemaakt van constantaan.

5. Laat zien dat de weerstand van één draad 9,8 Ω is.

6. Bereken de dikte van één draad.

B=μ​o​​​2πr​​I​​

B=μ​o​​​2πr​​I​​

Had je genoeg tijd om de hele toets te maken?

😒🙁😐🙂😃

Klopte de inhoud van de open vraag met de les / huiswerk / oefenopgaven?

😒🙁😐🙂😃

Wat vond je van de moeilijkheidsgraad van de open vraag?

😒🙁😐🙂😃

Wat denk je dat je gehaald hebt voor de open vraag in %.

1100

Fouten en suggesties

Heb je een fout gevonden in deze Lessonup?

Geef het door via het foutenformulier!

Bedankt voor je inzet!