Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Oefenen voor de toets blok 7
De juf heeft vandaag een vrolijke bui.
A
juf
B
heeft
C
vandaag
D
vrolijke
1 / 21
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Spelling
Basisschool
Groep 5
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
De juf heeft vandaag een vrolijke bui.
A
juf
B
heeft
C
vandaag
D
vrolijke
Slide 1 - Quizvraag
De meisjes lopen over de nieuwe brug.
A
lidwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
werkwoord
Slide 2 - Quizvraag
Hoeveel appels liggen er in de fruitmand?
A
enkelvoud
B
meervoud
Slide 3 - Quizvraag
Dat heb ik van mijn vader geleerd.
A
heb
B
geleerd
Slide 4 - Quizvraag
Dat ijsje heeft mij goed gesmaakt.
A
heeft
B
gesmaakt
Slide 5 - Quizvraag
Wij hebben in dat Italiaanse restaurant gegeten.
A
hebben
B
gegeten
Slide 6 - Quizvraag
Wij zijn naar de stad gelopen.
A
hulpwerkwoord
B
voltooid deelwoord
Slide 7 - Quizvraag
Ik heb mijn struiken gesnoeid.
A
hulpwerkwoord
B
voltooid deelwoord
Slide 8 - Quizvraag
Wij gaan vanmiddag naar het strand.
A
Wij
B
gaan
C
vanmiddag
D
naar het strand
Slide 9 - Quizvraag
De jongen snapt de vraag niet.
A
persoonsvorm
B
onderwerp
Slide 10 - Quizvraag
Mijn fiets staat in de schuur.
A
persoonsvorm
B
onderwerp
Slide 11 - Quizvraag
Gisteren zag ik mijn klas gelukkig weer.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 12 - Quizvraag
Ik heb toen eerst eens met de kinderen gekletst.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 13 - Quizvraag
'Wat leuk om jullie weer te zien!' riep de juf.
A
tegewoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 14 - Quizvraag
Ik ben blij dat ik weer les mag geven.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 15 - Quizvraag
We hebben / hadden net vakantie gehad.
A
hebben
B
hadden
Slide 16 - Quizvraag
Toen logeer/logeerde ik bij mijn oma.
A
logeer
B
logeerde
Slide 17 - Quizvraag
En eergisteren vier/vierde ik mijn verjaardag.
A
vier
B
vierde
Slide 18 - Quizvraag
Vanmiddag moet/moest ik snel naar huis.
A
moet
B
moest
Slide 19 - Quizvraag
colawoord
Slide 20 - Woordweb
dictee
Slide 21 - Woordweb
Meer lessen zoals deze
Taal 16-1-2024
Januari 2024
- Les met
11 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Klas 1 A grammatica blok 1.7 en 2.7
November 2021
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
A2 Vervolg op 3.8 TC
Mei 2021
- Les met
21 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
Thema 2, week 1 Les 4 bijvoeglijk voltooid deelwoord
Januari 2020
- Les met
22 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
09. Thema 2, week 1 Les 4 bijvoeglijk voltooid deelwoord
September 2019
- Les met
32 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Blok 2 - week 1 - les 1 PV tegenwoordige tijd
September 2024
- Les met
28 slides
Spelling
Basisschool
Groep 6
De grote eindquiz i5 deel 2
November 2024
- Les met
28 slides
Nederlands
ISK
Klas 1 Taalverzorging woordbenoemen - differentiatie
Maart 2019
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1