PDC VOT 2.3

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
 vul in wat op de puntjes moet
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
 vul in wat op de puntjes moet

Slide 1 - Tekstslide

de leerlingen zitten aan de .... tafels
A
houte
B
houtten
C
houten
D
hout

Slide 2 - Quizvraag

De .... buis kwam tegen zijn hoofd aan
A
ijseren
B
eizeren
C
ijzeren
D
ijzerren

Slide 3 - Quizvraag

Hij vond de .... blouse niet zo mooi
A
katoenen
B
kartoenen
C
katoennen
D
katoen

Slide 4 - Quizvraag

De vrouw dronk uit de .... glazen
A
cristallen
B
kristallen
C
kristalen
D
kristal

Slide 5 - Quizvraag

is het een .... tijdschrift
A
papieren
B
papierren
C
papier
D
parpieren

Slide 6 - Quizvraag

welke is het stoffelijke bijvoegelijk naamwoord!

Slide 7 - Tekstslide

annelies kijkt in haar .... bol
A
ronde
B
mooie
C
oude
D
glazen

Slide 8 - Quizvraag

het .... huis werd niet omver geblazen
A
betonnen
B
stevige
C
mooie
D
oude

Slide 9 - Quizvraag

het .... dekbed voelt zacht aan.
A
warme
B
linnen
C
zachte
D
nieuwe

Slide 10 - Quizvraag

mijn moeder vind het .... bankstel niet mooi
A
leren
B
tweedehandse
C
nieuwe
D
blauwe

Slide 11 - Quizvraag

het .... beeld werd gepoest door de schoonmaker
A
oude
B
grote
C
bronzen
D
12 jaar oude

Slide 12 - Quizvraag

open vragen
je moet op de .... het stoffelijk bijvoeglijke naamwoord opschrijven

Slide 13 - Tekstslide

het .... muntje is veel geld waard

Slide 14 - Open vraag

de jassen zijn .... stof gemaakt

Slide 15 - Open vraag

hij sloeg met de hamer op de .... spijker

Slide 16 - Open vraag

de wolf blies het .... huisje omver

Slide 17 - Open vraag

de .... ring werd gevonden onder de bank

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide