2VG 3.9 Spelling - les 2/3

3.9 Spelling
voltooid deelwoord 
tegenwoordig deelwoord = onvoltooid deelwoord
tussenletters in samenstellingen

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.9 Spelling
voltooid deelwoord 
tegenwoordig deelwoord = onvoltooid deelwoord
tussenletters in samenstellingen

Slide 1 - Tekstslide

Leg uit hoe je voor zwakke werkwoorden 't Kofschip X of 't Sexy Fokschaap kunt toepassen voor de verleden tijd.

Slide 2 - Open vraag

Schema werkwoordspelling? Zie achterin het boek!

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een voltooid deelwoord en een tegenwoordig deelwoord?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een voltooid deelwoord en een
onvoltooid of tegenwoordig deelwoord? 
Voltooid deelwoord (vd): 
De handeling is al gebeurd.
De deur is geverfd.

Onvoltooid of tegenwoordig deelwoord (td): 
De handeling is nog bezig.
Zij zingt al vervend de mooiste liedjes.

Slide 5 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (vd)
Welke werkwoorden staan in een zin met een voltooid deelwoord?
hebben, zijn of worden
  •  Hoort bij het gezegde.
  •  Kan nooit het enige werkwoord in de zin zijn.
  •  Begint meestal met ge-
  •  Kan ook beginnen met be-, ver-, ont-, her-

Slide 6 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord spellen bij 
sterke werkwoorden

Het voltooid deelwoord van vrijwel alle sterke werkwoorden eindigt op -en. Schrijf op je wat je hoort.

      Ik heb heerlijk geslapen.
      De trein is weer te laat aangekomen.


Slide 7 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord spellen bij 
zwakke werkwoorden

Om te weten of het voltooid deelwoord op -d of -t eindigt, maak je het woord in de verleden tijd langer en anders de regel van 't kofschip.

maken   -   maakte   -   gemaakt
spellen  -   spelde     -    gespeld


Slide 8 - Tekstslide

Tegenwoordig deelwoord (td) 
of onvoltooid deelwoord (od)

Het onvoltooid deelwoord geeft aan dat een handeling nog niet voltooid is, het is nog bezig.

Je schrijft ALTIJD een d achter het hele werkwoord.

  • Lachend loopt hij de school binnen
  • Fietsend belde Eva naar huis.

Slide 9 - Tekstslide

Twijfel je of het een tegenwoordig deelwoord is? TERWIJL!
Vervang het tegenwoordig deelwoord door een bijzin met 'terwijl".



De vriendinnen sloten elkaar huilend in de armen.
Terwijl ze huilden, sloten de de vriendinnen elkaar in de armen.

Slide 10 - Tekstslide


Tussenletters 
in 
samenstellingen

Slide 11 - Tekstslide

Tussenletter in een samenstelling 
Een samenstelling bestaat uit twee of meer losse woorden, zoals: pauzebel, huiswerk.

Soms moet je een -s-, -e- of -en- tussen de woorddelen plaatsen: stationswinkel, spinnenweb

Maar sóms niet: zonnestelsel

Wat zijn de regels als je twijfelt?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Tussenletter -en 
Heeft het eerste woord van de samenstelling een zelfstandig naamwoord met een meervoud dat eindigt op -en?
JA! Schrijf -en!

             eikenboom, blindenschool, bejaardenflat

Slide 14 - Tekstslide

Tussenletter -e-  
Is het eerste woord GEEN een zelfstandig naamwoord? 
Schrijf dan altijd een -e- !

WANT, 
  • het linkerdeel is een bijvoeglijk naamwoord: oudejaar
  • het linkerdeel is een werkwoord: knarsetanden

Slide 15 - Tekstslide

blz.
228

Slide 16 - Tekstslide