2H 3.9 Spelling - deel 1

Raadsel
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Raadsel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

2H: Wat leer je in 3.9 Spelling?
1. Voltooid deelwoord 
2. Tegenwoordig deelwoord spellen
3. Tussenletters in een samenstelling
4. Dicteewoorden 



Slide 3 - Tekstslide

Wat doet 2H?
§3.9 Spelling: maak opdracht 1 en kijk na. 
Maak vervolgens 2 t/m 11
Hoe?
Zelf stil 
Hulp?
Leerwerkboek
Resultaat?
Leerroute bepalen en foutloos spellen
Leerdoel
Voltooid deelwoord, tegenwoordig deelwoord en samenstelling spellen
Klaar?
Reisverslag, Boy 7 lezen

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg 3.9 Spelling nodig?
voltooid deelwoord 
tegenwoordig deelwoord 
Tussenletter in een samenstelling

Slide 5 - Tekstslide

Ik wil graag uitleg volgen over...
Voltooid deelwoord
Tegenwoordig deelwoord
Tussenletter in een samenstelling

Slide 6 - Poll

Wat is een voltooid deelwoord en een
onvoltooid of tegenwoordig deelwoord? 
Voltooid deelwoord (vd): 
De handeling is al gebeurd.
De deur is geverfd.

Onvoltooid of tegenwoordig deelwoord (td): 
De handeling is nog bezig.
Zij zingt al vervend de mooiste liedjes.

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord (vd)
Welke werkwoorden staan in een zin met een voltooid deelwoord?
hebben, zijn of worden
  •  Hoort bij het gezegde.
  •  Kan nooit het enige werkwoord in de zin zijn.
  •  Begint meestal met ge-
  •  Kan ook beginnen met be-, ver-, ont-, her-

Slide 8 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord spellen bij 
sterke werkwoorden

Het voltooid deelwoord van vrijwel alle sterke werkwoorden eindigt op -en. Schrijf op je wat je hoort.

      Ik heb heerlijk geslapen.
      De trein is weer te laat aangekomen.


Slide 9 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord spellen bij 
zwakke werkwoorden

Om te weten of het voltooid deelwoord op -d of -t eindigt, maak je het woord in de verleden tijd langer en anders de regel van 't kofschip.

maken   -   maakte   -   gemaakt
spellen  -   spelde     -    gespeld


Slide 10 - Tekstslide

Tegenwoordig deelwoord (td) 
of onvoltooid deelwoord (od)

Het onvoltooid deelwoord geeft aan dat een handeling nog niet voltooid is, het is nog bezig.

Je schrijft ALTIJD een d achter het hele werkwoord.

  • Lachend loopt hij de school binnen
  • Fietsend belde Eva naar huis.

Slide 11 - Tekstslide

Twijfel je of het en tegenwoordig deelwoord is?
Vervang het tegenwoordig deelwoord door en bijzin met 'terwijl".



De vriendinnen sloten elkaar huilend in de armen.
Terwijl ze huilden, sloten de de vriendinnen elkaar in de armen.

Slide 12 - Tekstslide

Schema werkwoordspelling? Bladzijde 234!

Slide 13 - Tekstslide


Tussenletters 
        in een 
samenstelling

Slide 14 - Tekstslide

Een samenstelling 

Een samenstelling bestaat uit twee of meer losse woorden. 

Soms moet je een -s-, -e- of -en- tussen de woorddelen plaatsen. Wat zijn de regels als je twijfelt?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Tussenletter -en in een samenstelling
Heeft het eerste woord van de samenstelling een zelfstandig naamwoord met een meervoud dat eindigt op -en?
JA! Schrijf -en!

             eikenboom, blindenschool, bejaardenflat

Slide 17 - Tekstslide

Tussenletter -e-  in een samenstelling
Heeft het eerste woord GEEN een zelfstandig naamwoord? 
Schrijf dan altijd een -e- !

WANT, 
  • het linkerdeel is een bijvoeglijk naamwoord: oudejaar
  • het linkerdeel is een werkwoord: knarsetanden

Slide 18 - Tekstslide

blz.
227

Slide 19 - Tekstslide

www.woordenlijst.org

https://spelling.nl/het-groene-boekje/
Het Groene Boekje heet zo vanwege de kaft van het boek: deze is groen. Daar werd mee begonnen toen de eerste uitgave ervan uitkwam in 1954. De uitgevers vonden het toen een goed idee om de naam zo te houden, en de kaft ook. Alle boeken die zijn uitgekomen na de eerste versie van het Groene Boekje kregen ook een groene kaft.
Je werkt in het Groene Boekje met ‘De Leidraad’. Daarin staan alle officiële spellingsregels.
Na dit onderdeel komt de Woordenlijst. Die bestaat uit bijna 100.000 woorden. 

De spelling van het Nederlands is gebaseerd op het basisbeginsel van de standaarduitspraak. Dat wordt ingeperkt door twee nevenbeginselen: dat van de gelijkvormigheid* en dat van de etymologie*.

Slide 20 - Tekstslide

Wat?
§3.9 Spelling: maak 2 t/m 11
Hoe?
Zelf stil of samen fluisteren
Hulp?
Boek, klasgenoot, Straver
Resultaat?
Jouw eigen leerroute bepalen en foutloos spellen
Leerdoel
Voltooid deelwoord, tegenwoordig deelwoord en samenstelling spellen
Klaar?
Reisverslag

Slide 21 - Tekstslide

Wat weet je nu?
Hoe gaat het in de klas?

Slide 22 - Tekstslide

Wat weet je nu?

Voltooid deelwoord
Tegenwoordig deelwoord
Tussenletter in een samenstelling

Slide 23 - Tekstslide


Wikipediaspel
Ga naar Wikipedia
Zoek de appel
Klik op hyperlinks
totdat je bij klomp bent aangekomen
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Beeld in de sneeuw een zin uit met een lijdende vorm. Zet de foto in Slack en verdien een bonuspunt voor de toets! 

Slide 25 - Tekstslide