In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Wat leer je in 3.9 Spelling?
Herhaling voltooid deelwoord spellen
Tegenwoordig deelwoord spellen
Slide 1 - Tekstslide
Lezen en leesbegrippen bespreken
Slide 2 - Tekstslide
www.woordenlijst.org
https://spelling.nl/het-groene-boekje/
Het Groene Boekje heet zo vanwege de kaft van het boek: deze is groen. Daar werd mee begonnen toen de eerste uitgave ervan uitkwam in 1954. De uitgevers vonden het toen een goed idee om de naam zo te houden, en de kaft ook. Alle boeken die zijn uitgekomen na de eerste versie van het Groene Boekje kregen ook een groene kaft.
Je werkt in het Groene Boekje met ‘De Leidraad’. Daarin staan alle officiële spellingsregels.
Na dit onderdeel komt de Woordenlijst. Die bestaat uit bijna 100.000 woorden.
De spelling van het Nederlands is gebaseerd op het basisbeginsel van de standaarduitspraak. Dat wordt ingeperkt door twee nevenbeginselen: dat van de gelijkvormigheid* en dat van de etymologie*.
Slide 3 - Tekstslide
3.9 Spelling
voltooid deelwoord
tegenwoordig deelwoord = onvoltooid deelwoord
tussenletters in samenstellingen
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit hoe je voor zwakke werkwoorden 't Kofschip X of 't Sexy Fokschaap kunt toepassen voor de verleden tijd.
Slide 5 - Open vraag
Schema werkwoordspelling? Zie achterin het boek!
Slide 6 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een voltooid deelwoord en een tegenwoordig deelwoord?
Slide 7 - Open vraag
Wat is een voltooid deelwoord en een
onvoltooid of tegenwoordig deelwoord?
Voltooid deelwoord (vd):
De handeling is al gebeurd.
De deur isgeverfd.
Onvoltooid of tegenwoordig deelwoord (td):
De handeling is nog bezig.
Zij zingt al vervendde mooiste liedjes.
Slide 8 - Tekstslide
Voltooid deelwoord (vd)
Welke werkwoorden staan in een zin met een voltooid deelwoord?
hebben, zijn of worden
Hoort bij het gezegde.
Kan nooit het enige werkwoord in de zin zijn.
Begint meestal met ge-
Kan ook beginnen met be-, ver-, ont-, her-
Slide 9 - Tekstslide
Het voltooid deelwoord spellen bij
sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van vrijwel alle sterke werkwoorden eindigt op -en. Schrijf op je wat je hoort.
Ik heb heerlijk geslapen.
De trein is weer te laat aangekomen.
Slide 10 - Tekstslide
Het voltooid deelwoord spellen bij
zwakke werkwoorden
Om te weten of het voltooid deelwoord op -d of -t eindigt, maak je het woord in de verleden tijd langer en anders de regel van 't kofschip.
maken - maakte - gemaakt spellen - spelde - gespeld
Slide 11 - Tekstslide
Tegenwoordig deelwoord (td)
of onvoltooid deelwoord (od)
Het onvoltooid deelwoord geeft aan dat een handeling nog niet voltooid is, het is nog bezig.
Je schrijft ALTIJD een d achter het hele werkwoord.
Lachend loopt hij de school binnen
Fietsend belde Eva naar huis.
Slide 12 - Tekstslide
Twijfel je of het een tegenwoordig deelwoord is? TERWIJL!
Vervang het tegenwoordig deelwoord door een bijzin met 'terwijl".
De vriendinnen sloten elkaar huilend in de armen.
Terwijl ze huilden, sloten de de vriendinnen elkaar in de armen.
Slide 13 - Tekstslide
Vul de juiste hoofdletters en leestekens in:
Slide 14 - Tekstslide
de leraar biologie zei de korenwolf komt alleen in limburg voor
Slide 15 - Open vraag
deze zoogdieren worden met uitsterven bedreigd de siberische tijger de berggorilla en de javaanse neushoorn
Slide 16 - Open vraag
hoepel dan maar op zei melissa
Slide 17 - Open vraag
greenpeace de bekende milieuorganisatie protesteert tegen transporten van radioactief afval
Slide 18 - Open vraag
Tussenletters
in
samenstellingen
Slide 19 - Tekstslide
Tussenletter in een samenstelling
Een samenstelling bestaat uit twee of meer losse woorden, zoals: pauzebel, huiswerk.
Soms moet je een -s-, -e- of -en- tussen de woorddelen plaatsen: stationswinkel, spinnenweb
Maar sóms niet: zonnestelsel
Wat zijn de regels als je twijfelt?
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Tussenletter -en
Heeft het eerste woord van de samenstelling een zelfstandig naamwoord met een meervoud dat eindigt op -en?
JA! Schrijf -en!
eikenboom, blindenschool, bejaardenflat
Slide 22 - Tekstslide
Tussenletter -e-
Is het eerste woordGEEN een zelfstandig naamwoord?
Schrijf dan altijd een -e- !
WANT,
het linkerdeel is een bijvoeglijk naamwoord:oudejaar