modals

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Grammar time!
Goal:
At the end of this class, 
I understand the difference 
between can and could and 
should, must, have to

Slide 4 - Tekstslide

HULPWERKWOORDEN
Advies: SHOULD --> you should go to a doctor
Beleefdheid: COULD --> Could you help me, please?
Zou kunnen: COULD --> I could be late tomorrow.
Vaardigheid: CAN --> My mum can speak French
Verplichting: HAVE TO --> You have to hand in your weapon.

Slide 5 - Tekstslide

Gebruik
She can sing in a band. 
She could sing in a band. 
She should sing in a band.
She has to sing in a band.

Na een modal verb komt er geen +s achter het werkwoord. Je gebruikt het hele werkwoordBehalve met Have to
Modal Verbs: can/could/should/have to

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Can
Can gebruik je als iets mogelijk of toegestaan is. Ook gebruik je can als iemand iets kan doen. 

 Can you talk to her tomorrow? (Kun je morgen met haar praten?).
You can use my bike if you want.

Slide 9 - Tekstslide

Could
Could is de verleden tijd van can . Maar ook als iets is mogelijk in de toekomst!

 You could see the whole city from here. (Je kon de hele stad zien vanaf hier.) 
I could help you.(Ik zou je kunnen helpen)

Slide 10 - Tekstslide

Speaking with Modals
 Name three things you could do when you were younger but can’t do anymore.
 Is there anything you can do better than your parents?
 Is there anything you can’t do and would like to learn?
What advice would you give to new Luzac students?
What are some things that you have to do every day?


Slide 11 - Tekstslide