Les 7 - H10.3 - Opgroeien

H10.3 - Opgroeien
Goedemiddag! Ik hoop dat jullie allemaal een fijn (extra lang!) weekend hebben gehad!
 Vandaag gaan jullie paragraaf 10.3 - opgroeien maken.

Let op! De onderstreepte woorden willen we weer terug zien op jullie begrippenlijst!
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H10.3 - Opgroeien
Goedemiddag! Ik hoop dat jullie allemaal een fijn (extra lang!) weekend hebben gehad!
 Vandaag gaan jullie paragraaf 10.3 - opgroeien maken.

Let op! De onderstreepte woorden willen we weer terug zien op jullie begrippenlijst!

Slide 1 - Tekstslide

Wat je deze les leert:
- Welke levensfasen er zijn.
- Wanneer je puber bent.
- Of iedereen hetzelfde over relaties denkt.
- Wat seksueel grensoverschrijdend gedrag is.

Slide 2 - Tekstslide

Welke levensfasen zijn er?
Je hebt geleerd dat je, net als ieder mens, bent ontstaan uit één bevruchte eicel. Vanaf dat moment is je lichaam gegroeid en heeft het zich ontwikkeld tot wie je nu bent. 

Een mensenleven kun je opdelen in verschillende levensfasen. In elke fase vinden er veranderingen plaats. Dat noem je ontwikkeling. Daarbij kun je onderscheid maken tussen lichamelijke ontwikkeling en geestelijke ontwikkeling.

Slide 3 - Tekstslide

Lichamelijke ontwikkeling
Je spreekt van lichamelijke ontwikkeling als je lichaam verandert of als je leert meer met je lichaam te doen. Denk maar eens aan hoe je hebt leren lopen en fietsen, maar ook aan de veranderingen aan je lichaam tijdens de puberteit. Op de volgende slide, in bron 2, zie je enkele lichamelijke veranderingen tijdens het leven van een mens. 

Slide 4 - Tekstslide

levensfasen

Slide 5 - Tekstslide

Geestelijke ontwikkeling
Er vindt ook geestelijke ontwikkeling plaats. Dat betekent dat je leer met je hersenen: je verstand ontwikkeld zich. Dat begon toen je als baby de gezichten van je vader en moeder leerde herkennen. Als peuter leerde je praten, als schoolkind leerde je schrijven en als puber word je steeds zelfstandiger.

Lichamelijke ontwikkelingen vinden vanaf je geboorte tot aan het einde van je leven plaats.

Slide 6 - Tekstslide

Gebruik bron 2 (op een paar slides terug) bij het beantwoorden van de volgende vragen.

Slide 7 - Tekstslide

Je hebt vanaf het moment dat je geboren bent tot nu toe al heel veel geleerd. Bovendien ben je lichamelijk veranderd.

Noteer 10 dingen die je hebt geleerd. Zet ze in de volgorde van baby tot nu.

Slide 8 - Open vraag

In welke levensfase leer je lezen, schrijven en rekenen?
A
peuter
B
kleuter
C
schoolkind
D
puber

Slide 9 - Quizvraag

In welke levensfase leer je zelfstandig worden?
A
baby
B
puber
C
adolescent
D
volwassene

Slide 10 - Quizvraag

In welke levensfase beginnen de voortplantingsorganen te functioneren?
A
baby
B
puber
C
adolescent
D
volwassene

Slide 11 - Quizvraag

Wat is jouw volgende levensfase?
A
schoolkind
B
adolescent
C
puber
D
oudere

Slide 12 - Quizvraag

wat is géén levensfase
A
baby
B
adolescent
C
oudere
D
tiener

Slide 13 - Quizvraag

Bekijk deze grafiek en de afbeelding op de volgende slide. Beantwoord daarna de vragen op de slides hierna.

Slide 14 - Tekstslide

Groei van lichaamsdelen

Slide 15 - Tekstslide

Tussen de 10 en 14 jr loopt de lijn wat stijler dan tussen 6 en 10. Hoe noem je deze periode van snellere groei?

Slide 16 - Open vraag

In welke levensfase vindt de snelste groei plaats? Leg uit.

Slide 17 - Open vraag

Welk lichaamsdeel groeit het minst tijdens je leven?

Slide 18 - Open vraag

Wanneer ben je puber?
In de puberteit maakt je lichaam in korte tijd een grote ontwikkeling door. Je groeit snel en de secundaire geslachtskenmerken worden zichtbaar. Jongens krijgen hun eerste zaadlozing, meisjes worden voor het eerst ongesteld. Deze secundaire veranderingen worden in gang gezet door hormonen. In hoofdstuk 4 heb je geleerd dat hormonen gemaakt worden door hormoonklieren en afgegeven worden aan het bloed. Via het bloed verspreidt een hormoon zich door het hele lichaam en komt zo langs alle organen. Sommige organen reageren op het hormoon, andere niet. 

Slide 19 - Tekstslide

Hypofyse uitvergroot
Ligging hypofyse

Slide 20 - Tekstslide

De hypofyse is een hormoonklier onderaan je hersenen. (Zie volgende slide). In de puberteit gaat de hypofyse meer groeihormoon maken. Dit zorgt voor een groeispurt (een periode waarin je heel snel groeit). 
Een ander hypofysehormoon zet geslachtsorganen aan tot het maken van meer geslachtshormonen
- De zaadballen maken meer van het mannelijke geslachtshormoon testosteron en gaan zaadcellen produceren.
- In de eierstokken ontstaat meer van het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogeen en er rijpen eicellen in de eierstokken. 

Slide 21 - Tekstslide

De geslachtshormonen zorgen voor het ontstaan van secundaire geslachtskenmerken. Het moment waarop je deze hormonen begint aan te maken, verschilt per persoon. Vandaar dat niet iedereen op dezelfde leeftijd begint met 'puberen'. 

Slide 22 - Tekstslide

Hoe worden de vrouwelijke geslachtshormonen genoemd?

Slide 23 - Open vraag

Hoe worden de mannelijke geslachtshormonen genoemd?

Slide 24 - Open vraag

In de eierstokken worden vrouwelijke geslachtshormonen gemaakt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Het ontstaan van jeugdpuistjes in de puberteit heeft te maken met toename van geslachtshormonen.
Waar in het voortplantingsstelsel van een jongen worden geslachtshormonen gemaakt?
A
prostaat
B
teelballen
C
zaadblaasjes
D
zwellichamen

Slide 26 - Quizvraag

De productie van geslachtshormonen wordt bij de volgende vrouwen vergeleken.
Mina: 8 jaar, Lina: 18 jaar, Nina, 58 jaar , Tina, 78 jaar
Bij wie zal de productie het hoogst zijn? (Ook best goede namen voor de goudvissen eigenlijk...)
A
Mina
B
Lina
C
Nina
D
Tina

Slide 27 - Quizvraag

Gebruik deze afbeelding bij het beantwoorden van de volgende 4 vragen.
bron 3

Slide 28 - Tekstslide

Op welke leeftijd worden de meeste meisjes voor het eerst ongesteld?

Slide 29 - Open vraag

Welke veranderingen in de puberteit beginnen bij een jongen gemiddeld tegelijk?

Slide 30 - Open vraag

Geef advies:
Gina is 15 en nog niet ongesteld. Moet zij zich zorgen maken? Leg uit waarom.

Slide 31 - Open vraag

Geef advies:

Frank is 12 en nog niet hard aan het groeien. Is hij laat met de groeispurt?

Slide 32 - Open vraag

Denkt iedereen hetzelfde over relaties?
De meeste meisjes worden verliefd op een jongen en de meeste jongens op een meisje. Je bent heteroseksueel als je op iemand van het andere geslacht verliefd wordt. Sommige jongens en meisjes worden verliefd op iemand van hetzelfde geslacht, dan ben je homoseksueel. Bij meisjes wordt dit ook wel lesbisch genoemd. Val je op zowel jongens als meisjes, dan ben je biseksueel.

Slide 33 - Tekstslide

Homoseksualiteit komt overal ter wereld voor. (Zelfs bij dieren!)
Toch vindt niet iedereen homoseksualiteit normaal en in sommige landen is het uiten van gevoelend voor iemand van hetzelfde gesclacht
zelfs verboden en strafbaar.
In Nederland is discriminatie op grond van seksuele 
geaardheid verboden.


Slide 34 - Tekstslide

Toch wordt er ook in Nederland gediscrimineerd, bijvoorbeeld tijdens het solliciteren. Iemand die zegt dat hij/zij homoseksueel is heeft soms minder kans om een stageplek of baan te krijgen.

Wat vind jij hiervan?

Slide 35 - Open vraag

Volgens een onderzoek uit 2015 is ongeveer 3% van de jongeren homoseksueel. Bij ons op school zitten 400 leerlingen. Bereken hoeveel homoseksuele leerlingen er ongeveer bij ons op school zitten.

Slide 36 - Open vraag

Als jij homoseksueel zou zijn, zou je het dan in de klas durven te vertellen? Waarom wel/waarom niet?

Slide 37 - Open vraag

Als iemand anders uit de klas zou vertellen dat hij/zij homoseksueel is, hoe zou je daar dan op reageren? En waarom?

Slide 38 - Open vraag

Wat is seksueel grensoverschrijdend gedrag?
Soms maken mensen seksueel getinte opmerkingen, gebaren of voeren seksuele handelingen uit die een ander niet wil. Dan spreek je van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Meestal is dit strafbaar. Als iemand een ander tot seksuele handelingen dwingt, is dat aanranding. Als daarbij het lichaam van de ander wordt binnengedrongen, spreek je van verkrachting. Ook seksuele intimidatie valt onder seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Slide 39 - Tekstslide

Leg in je eigen woorden uit wat seksueel grensoverschrijdend gedrag is.

Slide 40 - Open vraag

Einde
Dit was alweer de les voor vandaag. Morgen gaat het over voortplanting bij planten!

Slide 41 - Tekstslide