2HGL grammatica Woordsoorten Aanwijzend voornaamwoord

Aanwijzend voornaamwoord
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Aanwijzend voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze les
Aan het einde van deze les
  • kan je het aanwijzend voornaamwoord herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij al over
aanwijzend voornaamwoord
Dit is een woordweb.

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Type hier een titel
Aanwijzend voornaamwoord
Verwijst meestal naar een mens, dier of een ding. 

Aanwijzende voornaamwoorden zijn: deze, die, dit, dat, zulk(e), zo'n, dergelijke. 

Slide 5 - Tekstslide

Type hier een titel
Aan het werk
Maak opdracht 1 t/m 5 van paragraaf 7 Aanwijzend voornaamwoord

Voor deze opdrachten krijgen jullie 20 minuten de tijd. 

Ben je klaar, dan ga je voor een ander vak aan het werk. 

Slide 6 - Tekstslide

Type hier een titel
Nabespreken
We doen klassikaal een paar vragen samen om te kijken of het goed gegaan is. 
Daarna gaan kan je je antwoorden nakijken met het antwoordmodel. 
Ben je nog niet klaar, dan maak je het eerst thuis af en kan je volgende les nakijken. 

Je 


Slide 7 - Tekstslide


Welke opdrachten wil je nog even klassikaal bespreken?
Dit is een open vraag.

Slide 8 - Open vraag


Stel een vraag over iets wat je 
nog niet zo goed hebt begrepen.
Dit is een open vraag.

Slide 9 - Open vraag


Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.
Dit is een open vraag.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Link