Debatteren LOB

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 

  1. Voorkennis debat  
  2. Uitleg: wat is debatteren 
  3. Regels voor een goed debat
  4. Opdrachten 'om warm te draaien'
  5. Afsluiting 

(debatteren is een eindexamen voor het persoonlijk profileren) 

Slide 2 - Tekstslide

Waar moet volgens jou een goed debat aan voldoen?

Slide 3 - Open vraag

Wat is een debat? 
Een debat is een discussievorm waarbij een stelling moet worden verdedigd of juist verworpen. (eens/oneens).

Je leert bij een debat een standpunt in te nemen en deze te verdedigen. Verder moet je anderen overtuigen dat jouw argumenten het beste zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Wie doen er mee aan een debat
- De voor- en tegenstanders van het debat. 
- De gespreksleider
-De jury/toeschouwers
 

Slide 5 - Tekstslide

Basisregels voor een goed debat
  1. Het debat gaat over een duidelijk afgebakend onderwerp; de stelling.
  2. Het debat kent 2 teams; de voor-en tegenstanders
  3. De debaters verdedigen niet hun mening maar de stelling
  4. Geef heldere argumenten. 
  5. De gespreksleider is de baas.
  6. Respecteer elkaar.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 1: SALESMAN
- Probeer een simpel voorwerp zo overtuigend mogelijk te verkopen in 1 minuut (denk aan een pen, emmer/ schrift etc.).

- 5 minuten voorbereidingstijd. 
- 1 min presenteren.
Publiek/jury: wie van de 2 is het meest overtuigend in het verkopen. En waarom? 

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 2: verdedig het onverdedigbare
Geef een korte speech met argumenten over een onverdedigbare stelling. (volgende dia).
Probeer zoveel mogelijk creatieve/ originele argumenten te bedenken om toch de stelling te verdedigen
Groepen van 3 + 1 captain (hij voert het woord) 
5 minuten voorbereiden, 2 minuten om zoveel mogelijk argumenten te geven. 

Slide 8 - Tekstslide

Stelling 1: 
Als studenten 1 onvoldoende halen moeten ze van school worden gestuurd en nergens meer worden toegelaten. 

Slide 9 - Tekstslide

Stelling 2:

Alleen mensen met een IQ hoger dan 100 mogen stemmen.
 

Slide 10 - Tekstslide

Stelling 3: 
Alle mensen boven de 55 moeten gedwongen in een verzorgingstehuis. 

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 3: Het ballondebat

4 personen nemen een bekende Nederlander in hun hoofd.

Het is een heerlijke dag en iedereen geniet... Plots gaat het mis de ballon gaat rechtstreeks naar beneden het water in. Om de ballon weer op te laten stijgen moeten er 2 BN'ers overboord worden gegooid. 

Slide 12 - Tekstslide

Ronde 1: Ballondebat
Elke ballonvaarder moet in een speech van max. 1 minuut aangeven waarom hij beslist de ballon niet hoeft te verlaten. Waarom is deze persoon onmisbaar. 
De jury geeft aan het einde commentaar over de speech.

Slide 13 - Tekstslide

Ronde 2: ballondebat
De BN'ers geven nu een speech waarom zij vinden dat de anderen medepassagiers uit de ballon moeten verdwijnen. 
Maximaal 2 min. per persoon. 
Waarom zijn die anderen misbaar.
De jury geeft aan het einde commentaar

Slide 14 - Tekstslide

Ronde 3: Ballondebat
Alle passagiers hebben gesproken. Wie moeten  er volgens de jury de ballon verlaten om niet neer te storten? 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Noem in 1 zin het belangrijkste wat we vandaag geleerd hebben over meningsvorming

Slide 17 - Open vraag

Wat nemen we mee naar de volgende les over meningsvorming?

Slide 18 - Open vraag