Getallen schrijven: letters of cijfers?
Getallen onder de twintig schrijf je in letters: zes, vijftien.
Boven de twintig gebruik je cijfers: 23, 55, 328.
Heb je in één zin een getal boven en onder de twintig? Dan gebruik je voor allebei cijfers.
Ronde getallen schrijf je in letters: duizend, miljoen.
Bij eenheden gebruik je cijfers: 6 km, 2 liter.