Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H3: W.20: weiter üben
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Welchselunterricht 2021
Herzlich Willkommen!
Deine Schulsachen bitte auf den Tisch!
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
16 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Welchselunterricht 2021
Herzlich Willkommen!
Deine Schulsachen bitte auf den Tisch!
Slide 1 - Tekstslide
Vor der Maiferien
Unterrichtsziele erzählen
Neue Wörter vorlesen
Lehrstoff wiederholen
Hausaufgaben
Während der Unterrichtsstunde:
Slide 2 - Tekstslide
Kapitel 13 und 14
[1] Anfang Kapitel 14 gemacht.
[2] Trappen van vergelijking erklärt.
[3] Verschiedene Verben (werkwoorden) besprochen.
Vor der Maiferien
Slide 3 - Tekstslide
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Unterrichtsziele:
Je kunt verschillende soorten werkwoorden in de verleden tijd vervoegen.
Je weet hoe je moet zeggen dat iets groter of kleiner is dan.
Je weet hoe je moet zeggen dat iets het grootst of het kleinst is.
Slide 4 - Tekstslide
Anfang Kapitel 14
Such bitte Seiten 76/77 im Textbuch und Blätter danach zu Seite 62.
Wir hören jetzt Aufgabe 3.2 an. (Seite 42 im Arbeitsbuch)
Neue Wörter vorlesen
Kontrollier bitte ob die Aufgaben 3.4 und 4.3 gemacht sind.
Gleich besprechen oder???
Slide 5 - Tekstslide
Kapitel 14 - Hausaufgaben
Während der Unterrichtsstunde machen: Aufgabe
3.4, 4.3
7.1 + 8.2
machen
zu Hause machen:
8.1 + 10.4
-
Ihr lernt aus Kapitel 13
- Wörter A und B
- Schreibecke
- Grammatik 2
Ihr lernt aus Kapitel 14
- Wörter A
- Grammatik 1
- Grammatik 2
Slide 6 - Tekstslide
Kapitel 14 - Lehrstoff wiederholen
[1] Vervoeg het werkwoord 'machen' in de verleden tijd.
[2] Vervoeg het werkwoord 'reden' in de verleden tijd.
[3] Wat valt je op aan de vervoeging?
Wörterliste und Grammatik
ich machte
du machtest
er machte
wir machten
ihr machtet
sie/Sie machten
ich antwortete
du antwortetest
er antwortete
wir antworteten
ihr antwortetet
sie/Sie antworteten
Tussen de stam en de uitgang komt een extra -e te staan.
Slide 7 - Tekstslide
Kapitel 14 - Grammatik
Hoofdregel is: klein - kleiner – kleinst
stellende trap: klein
vergrotende trap + -er: kleiner
overtreffende trap –st: kleinst
Woord eindigt op -d/-t of s-klank (s, z, ß, sch)?
overtreffende trap + -est
trappen van vergelijking
Even een voorbeeld:
laut – lauter – laut
est
heiß – heißer – heiß
est
wild – wilder – wild
est
Slide 8 - Tekstslide
Kapitel 14 - Grammatik
trappen van vergelijking
Zum Beispiel:
stellende trap: Sophie ist
ein
kleines
Mädchen
.
vergrotende trap: Ich habe
einen
kleineren
Kuchen
gebacken als du.
overtreffende trap: Das ist
der kleinste Hund
, den ich je gesehen habe!
[1
]
Zowel de
stellende trap
als de
vergrotende en overtreffende trap
kunnen als bijvoeglijk naamwoord worden vervoegd.
Slide 9 - Tekstslide
Kapitel 14 - Grammatik
trappen van vergelijking
In het Nederlands
[1] het grootst, het mooist, het snelst
[2] vergelijking met
dan
Anne is groter
dan
Peter.
[3] vergelijking met
als
Anne is niet zo groot
als
Peter.
In het Duits:
[1] am + overtreffende trap + en
[2] vergelijking met
als
Anne ist größer
als
Peter.
[3] vergelijking met
wie
Anne ist nicht so groß
wie
Peter.
Slide 10 - Tekstslide
Kapitel 14 - Grammatik
trappen van vergelijking
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Kapitel 14 - Hausaufgaben
Aufgabe
3.4 + 4.3
schon fertig?
10.4
trappen van vergelijking
,
6.3
woordzoeker
,
8.2
-
Ihr lernt aus Kapitel 13
- Wörter A und B
- Schreibecke
- Grammatik 2
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Leervragen:
[1] Maak een korte zin in het Duits met de woorden ontbijt, honing & brood.
[2] Hoe zeg je in het Duits dat er in het weekend altijd verse broodjes zijn.
[3] Maak een zin in het Nederlands met de woorden der Grund & die Zeitung erin.
Wiederholung!
Wortschatz
Antwoorden:
[1] Eigen antwoord
[2] Am Wochenende gibt es immer frische Brötchen.
[3]
Een goede reden om de krant te lezen, is om het nieuws te kunnen volgen.
Slide 15 - Tekstslide
Heute
Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
Herhaling voorzetsels 3e naamval
Wisst ihr es schon..?
Unterrichtsziele
Lektion 6 abschließen
Während der Unterrichtsstunde:
wiederholen
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H3: W.20: trappen van vergelijking herhalen
Mei 2021
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3: W.23: Schreibecke und Steigerungsstufe üben
Juni 2021
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3: W.35: kennismaking
September 2021
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3: W.20: zwakke ww's o.v.t.
Mei 2021
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3: W.22: sterke werkwoorden
Mei 2021
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
A3: W.21: bijvoeglijk naamwoord null-gruppe
Mei 2021
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3: W.21: trappen van vergelijking herhalen
Mei 2021
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
A3: W.21: bijvoeglijk naamwoord null-gruppe
Juni 2021
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2