KSC.1.06
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je al over deelneming aan strafbare feiten?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Wat houdt uitlokken in binnen het strafrecht?
A
Het ontdekken van een strafbaar feit door toeval.
B
Het opzettelijk iemand aanzetten tot het plegen van een strafbaar feit.
C
Het per ongeluk betrokken raken bij een strafbaar feit.
D
Het uitvoeren van een strafbaar feit zonder medeplichtigen.
Slide 11 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met 'doen plegen' in het strafrecht?
A
Iemand anders aanzetten tot het plegen van een strafbaar feit.
B
Het getuige zijn van een strafbaar feit.
C
Een strafbaar feit plannen maar niet uitvoeren.
D
Het zelf uitvoeren van een strafbaar feit.
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een intellectuele dader?
A
Een ooggetuige van een strafbaar feit.
B
Een rechter die een vonnis uitspreekt.
C
Een politieagent die een arrestatie uitvoert.
D
Iemand die een ander aanzet tot een strafbaar feit.
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de definitie van een materiële dader?
A
De persoon die het strafbare feit bedenkt.
B
De persoon die het strafbare feit fysiek uitvoert.
C
De persoon die het strafbare feit bestelt.
D
Een getuige van een strafbaar feit.
