Nederlands - Woordenschat - DE - H2

NEDERLANDS
WOORDENSCHAT DIENSTVERLENING EN ECONOMIE

2. DE POST
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapsonderwijsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

NEDERLANDS
WOORDENSCHAT DIENSTVERLENING EN ECONOMIE

2. DE POST

Slide 1 - Tekstslide

Post

Slide 2 - Woordweb

Maak opdracht 1
bladzijde 16 en 17

Slide 3 - Tekstslide

Welke woorden in de tekst van opdracht 1 vind je lastig?

Slide 4 - Open vraag

DE POST
Bladzijde 17 t/m 19

Slide 5 - Tekstslide

DE POST
Bladzijde 17 t/m 19

Slide 6 - Tekstslide

Welke woorden herken je in de foto?
Wat betekent 'vertrouwelijk'?
Staat er een afzender op de envelop?

Slide 7 - Tekstslide

Maak opdracht 2 t/m 10
bladzijde 19 t/m 23

Slide 8 - Tekstslide

Welke zin klopt?
A
Als je post sorteert, dan plak je er postzegels op.
B
De afzender is de persoon aan wie je de brief stuurt.
C
Algemene post is bedoeld voor een bepaalde persoon.
D
Door de postcode en het adres weet de postbode waar hij de post moet bezorgen.

Slide 9 - Quizvraag

DE POST 2
Bladzijde 23 t/m 25

Slide 10 - Tekstslide

Welke woorden herken je op de foto?
Waarom zijn er geen postzegels op de envelop geplakt?
Waarom verstuur je een aangetekende brief?

Slide 11 - Tekstslide

Is dit een drukwerk?

Slide 12 - Open vraag

Maak opdracht 11 t/m 20
bladzijde 25 t/m 29

Slide 13 - Tekstslide

Wat herken je in het filmpje?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Maak opdracht 21
bladzijde 29

Slide 16 - Tekstslide

       Leg het begrip uit.

Slide 17 - Tekstslide

Post

Slide 18 - Woordweb