4.8 spelling

4.8 spelling
In deze paragraaf leer je:
  • hoe je de verleden tijd van zwakke werkwoorden vormt;
  • hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijft;
  • Tien dicteewoorden.

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

4.8 spelling
In deze paragraaf leer je:
  • hoe je de verleden tijd van zwakke werkwoorden vormt;
  • hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijft;
  • Tien dicteewoorden.

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoorden in de verleden tijd 
Veel werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank. We noemen dit zwakke werkwoorden of regelmatige werkwoorden. Ze krijgen na de ik-vorm de uitgang -te of -de in het enkelvoud en -ten of -den in het meervoud.

 

Je gebruikt de uitgang -te(n) als de stam (= het hele werkwoord zonder -en) eindigt op de medeklinkers -t, -k, -f, -s, -ch, -p of -x. 

Deze letters onthoud je met het woord: ’T KoFSCHiP X. Alle andere zwakke werkwoorden krijgen in de verleden tijd -de(n).

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Eerst (vertellen) hij een verhaal en daarna (controleren) hij het huiswerk.

Slide 4 - Open vraag

De docent (leggen) het uit, en toen (snappen) iedereen het.

Slide 5 - Open vraag

Leertekst: Meervoud van zelfstandige naamwoorden
Je hebt geleerd dat je het meervoud kan maken door -en, -s of -’s achter het zelfstandig naamwoord te zetten: leeuwen, ouders, hobby’s. Maar er zijn nog meer manieren om het meervoud te maken.

Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ee
Deze woorden krijgen in het meervoud -ën: zee – zeeën; idee – ideeën.

Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ie
• Als de klemtoon op de laatste lettergreep met -ie ligt, schrijf je -ën achter het enkelvoud:
melodie – melodieën; knie - knieën.
• Als de klemtoon niet op de lettergreep met -ie ligt, schrijf je - ̈n achter het enkelvoud:
provincie – provinciën; bacterie – bacteriën.
Opmerkingen:
1 Twee puntjes op een letter (bijvoorbeeld op de -ë) wordt een trema genoemd.
2 Vaak mag het meervoud ook met -s: provincies. Twijfel je of weet je het niet? Zoek het dan op in een (online) woordenboek. Het meervoud staat achter het woord. 



Slide 6 - Tekstslide

Wat is het meervoud van melodie?
A
Melodieën
B
Melodiën

Slide 7 - Quizvraag

Als een zelfstandig naamwoord eindigt op -ie, komt er in het meervoud -ën achter als de klemtoon wel/niet op -ie valt.
A
wel
B
niet

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het meervoud van 'categorie'?
A
categories
B
categoriën
C
categorieën
D
categorien

Slide 9 - Quizvraag

Meervoud van zee?
A
zees
B
zeeën
C
zeën

Slide 10 - Quizvraag

Welk meervoud van een zelfstandig naamwoord op een -ie is verkeerd geschreven?
A
Democratieën
B
Categorieën
C
Kolonieën
D
Knieën

Slide 11 - Quizvraag

opdracht 
Leerdoel:
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd: 
  • Maak opdracht 1,3,4,5 en 6 (zwakke werkwoorden
Leerdoel: 
Dicteewoorden
  • maak opdracht 15
Leerdoel: 
Meervoud van zelfstandige naamwoorden
  • maak 9,10,11 en 12
Klaar: maak opdracht 14 en 16

Slide 12 - Tekstslide