Unité 4 : la grammaire

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

De 2 grammatica onderdelen van deze Unité zijn ...

Thomas et Pierre ne travaillent pas ensemble.

1. ontkennend
2. niet ontkennend

De ontkenning

Ontkenning in het Nederlands is: Niet of geen. 

In het Frans bestaat de ontkenning uit 2 woorden:

ne ........ pas

De ontkenning

Maak de volgende zin ontkennend:

Je parle français.

Monsieur, vous habitez à Paris?

1. Monsieur, vous habitez pas à Paris?
2. Monsieur, ne vous pas habitez à Paris?
3. Monsieur, vous n'habitez pas à Paris?
4. Ne monsieur pas, vous habitez à Paris?

Maak ontkennend :
Tom, tu termines a 4 heures.

Maak ontkennend :
Il a essayé un jean bleu.

Maak ontkennend :
Lundi, nous travaillons au CDI.

avoir = hebben

de vormen van het
onregelmatige ww. avoir

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft

B. zij hebben

C.  men heeft

D.  jullie hebben

E. jij / je hebt

F. wij hebben

1.  nous  avons

2.  tu  as

3.  ils  ont

4.  on  a

5.  vous avez

6.  elle  a

... un frère et une soeur. (ik heb)

Tu ... une télé dans ta chambre? (wat hoort op de stippellijn?)

Sophie et Marc ... une très grande maison. (wat hoort er op de stippellijn?)

(hij heeft) ... beaucoup de bonnes notes.

Monsieur, (u heeft) ... une belle auto.

Voor de grammatica ben ik goed voorbereid op de toets ...