Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
13 maart Controle ww -er, avoir, être
BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et
bienvenue!!
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et
bienvenue!!
Slide 1 - Tekstslide
La roue
Vervoeg de werkwoorden op -er.
Roue 1: les pronoms personnels
Roue 2: les verbes en -er
Slide 2 - Tekstslide
Les verbes en -er
(de werkwoorden op -er)
Stap 1: - er
Stap 2: + uitgang > e/es/e/ons/ez/ent
Leer deze regel en je kan alle werkwoorden die eindigen op -er vervoegen!
Slide 3 - Tekstslide
Nous ... français (parler)
A
parlons
B
parlez
C
parles
D
parlent
Slide 4 - Quizvraag
Les garçons ... le foot. (préférer)
A
préférez
B
préfère
C
préfèrent
D
préférons
Slide 5 - Quizvraag
Je ... les maths. (détester)
A
détestes
B
détestez
C
détestent
D
déteste
Slide 6 - Quizvraag
Luc ... une fête. (donner)
A
donnes
B
donne
C
donnent
D
donnons
Slide 7 - Quizvraag
Elle habitent aux Pays-Bas.
A
B
Slide 8 - Quizvraag
Tu termines tes devoirs.
A
B
Slide 9 - Quizvraag
J'aime le tennis.
A
B
Slide 10 - Quizvraag
Nous parlez néerlandais.
A
B
Slide 11 - Quizvraag
Tu ... un film. (regarder)
Slide 12 - Open vraag
Elles ... le chocolat. (aimer)
Slide 13 - Open vraag
AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "avoir" met vertaling :
stopwatch
00:00
Slide 14 - Tekstslide
Wat betekent "tu as"?
A
zij hebben
B
hij heeft
C
jij hebt
D
ik heb
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent "nous avons"?
A
ik heb
B
u heeft
C
wij hebben
D
zij hebben
Slide 16 - Quizvraag
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
A. zij heeft
B. zij hebben
C. men heeft
D. jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1. nous avons
2. tu as
3. ils ont
4. on a
5. vous avez
6. elle a
Slide 17 - Sleepvraag
Être = zijn
je suis
= ik ben
tu es
= jij bent
il est
= hij is
elle est
= zij is
nous sommes
= wij zijn
vous êtes
= jullie zijn, u bent
ils/elles sont
= zij zijn
Slide 18 - Tekstslide
Elle ... une fille.
A
es
B
est
Slide 19 - Quizvraag
Je ... Pierre.
A
suis
B
sont
Slide 20 - Quizvraag
Nous ... à l'école.
A
sommes
B
êtes
Slide 21 - Quizvraag
être
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
sont
suis
sommes
êtes
est
es
Slide 22 - Sleepvraag
ik maak, doe
A
je fais
B
je fait
C
je faire
Slide 23 - Quizvraag
liever hebben
A
détester
B
préférer
Slide 24 - Quizvraag
een hekel hebben aan
A
détester
B
préférer
C
avoir une déteste
Slide 25 - Quizvraag
Vertaal: het boek en het schrift
Slide 26 - Open vraag
wat betekent: demander
Slide 27 - Open vraag
Wat betekent: geven
Slide 28 - Open vraag
Wat betekent: commencer
Slide 29 - Open vraag
Wat betekent: de rugzak
Slide 30 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Brugklas - Les verbes -er, avoir, être, aller
September 2023
- Les met
38 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Classe 1 Les verbes -er, avoir, être, pouvoir
April 2021
- Les met
36 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Avoir - intro & ex
December 2023
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
vmbo k, g, t, havo
Leerjaar 1
Être
September 2020
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
chap 3 être
Maart 2022
- Les met
10 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
W11 FA 1M/MK Les online
Maart 2021
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Klas 1 week 8 être deel 1
Februari 2023
- Les met
20 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
HV2 voorbereiding so 1 u2
December 2021
- Les met
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2