Welke vrijheidsrechten en politieke rechten hadden burgers onder koning Willem I en koning Willem II? 1813- 1848
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
De revolutionaire Grondwet van 1848
Welke vrijheidsrechten en politieke rechten hadden burgers onder koning Willem I en koning Willem II? 1813- 1848
Slide 1 - Tekstslide
Domela Nieuwenhuis is een Nederlands 19e eeuws socialist. Om welke reden werd hij veroordeeld?
A
Hij had een moordaanslag gepleegd op Willem III
B
Hij had Willem III uitgemaakt voor koning Gorilla
C
Hij had opgeroepen tot een algemene staking
D
Hij had een anti-kerkelijk boek geschreven.
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Bestuur Nederland onder koning Willem I en II
Eenheidsstaat
Constitutionele monarchie
Slide 5 - Tekstslide
Koninkrijk der Nederlanden
1815
Belgische Opstand
1830
Uit ontvredenheid over bestuur koning Willem I komen de Belgen in Opstand en stichten een eigen staat
Slide 6 - Tekstslide
Johan Rudolf Thorbecke
(Liberaal)
kritiek:
koning regelt alles daardoor worden burgers passief en gemakzuchtig
afkomst en de juiste contacten zijn belangrijker dan capaciteiten
Wil inspraak burgers op landsbestuur
Grote kritiek conservatieven: gevaarlijke revolutionaire ideeën
Slide 7 - Tekstslide
1848
liberale revoluties overal in Europa
Slide 8 - Tekstslide
Koning Willem II
1840-1849
ongerust door revoluties in Europa: in één nacht van conservatief tot liberaal
bereid deel macht af te staan
geeft Thorbecke opdracht voor een grondwetswijziging
Koning Willem II
1840-1849
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Onder koning Willem I werd Nederland een constitutionele monarchie. Leg uit wat dit betekent
Slide 13 - Open vraag
In 1848 was koning Willem II bereid om een deel van zijn macht in te leveren. Geef hiervoor een verklaring
Slide 14 - Open vraag
Thorbecke maakte de koning onschendbaar en de minsters verantwoordelijk. Aan wie moesten de ministers nu verantwoording afleggen?
Slide 15 - Open vraag
Door de grondwet van Thorbecke kreeg Nederland een parlementair stelsel. Het parlement kreeg de hoogste (wetgevende) macht. Toch kan je niet zeggen dat Nederland een volledige democratie werd. Leg dit uit