Leeg

Democratie & rechtstaat
Nederland onder Willem I en Willem II (1813-1848)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Democratie & rechtstaat
Nederland onder Willem I en Willem II (1813-1848)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel

Je kan in hoofdlijnen uitleggen hoe Nederland een constitutionele monarchie werd en hoe de macht van de koning afnam en Nederland een parlementair stelsel kreeg. 

Slide 2 - Tekstslide

Het probleem is dat wat de staat is veranderd per periode en daardoor ook de verhouding tot haar burgers...

de Van Dale
con·sti·tu·ti·o·neel (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)
volgens de grondwet: constitutionele monarchie staat waarin de macht van de vorst in een grondwet is vastgelegd.

Slide 3 - Tekstslide

Nog een keer hetzelfde punt!
Wat is dat: een geordend centraal gezag en hoe heeft dit geordend centraal gezag zich ontwikkeld?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Congres van Wenen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koning Willem I
Zoon van de gevluchte stadhouder Willem V (1795)

'Vaderlijk' bewind: hij bepaalde vrijwel alles

'Besluitenkoning'

Koning koopman.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestuur Nederland onder koning Willem I en II
Eenheidsstaat
Constitutionele monarchie

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koninkrijk der Nederlanden
1815
Belgische Opstand 
1830
Uit ontvredenheid over bestuur koning Willem I komen de Belgen in Opstand en stichten een eigen staat

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Johan Rudolf Thorbecke
(Liberaal)
krititek: 
  • koning regelt alles daardoor worden burgers passief en gemakzuchtig
  • afkomst en de juiste contacten zijn belangrijker dan capaciteiten



       Wil inspraak burgers op landsbestuur
Grote kritiek conservatieven: gevaarlijke revolutionaire ideeën

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar wat waren nu precies de ideeën van Johan Rudolf Thorbecke?
krititek: 
  • koning regelt alles daardoor worden burgers passief en gemakzuchtig
  • afkomst en de juiste contacten zijn belangrijker dan capaciteiten



       Wil inspraak burgers op landsbestuur

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Link

Deze slide heeft geen instructies

1848 
liberale revoluties overal in Europa

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koning Willem II
1840-1849
  • ongerust door revoluties in Europa
  • bereid deel macht af te staan
  • geeft Thorbecke opdracht voor een grondwetswijziging
Koning Willem II
1840-1849

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdlijnen conclusie!
Machthebbers proberen de macht naar zich toe te trekken.

Burgers proberen via instituten (organen)/verdragen invloed te behouden. 

In de Nederlanden ontstaat er een traditie van polderen en overleggen. 

Vrijheid is betrekkelijk en bestaat alleen binnen wetten/regels. 

Centralisatie >Absolutisme constitutionele monarchie republiek<

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies