qui blandiendo dulce nutrivit malum,
sero recusat ferre quod subiit iugum:
lees: is, qui blandiendo dulce nutrivit malum,
sero recusat ferre iugum, quod subiit
hij die het zoete kwaad voedt door het goed te praten,
weigert te laat om het juk te dragen waarvoor hij zich heeft gebukt.