Cap 3 - les 4

¿Qué vamos a hacer?
  • controlar + corregir deberes 12, 13, 14 
  • verbos bota o => ue
  • hablar de tu media naranja - frases clave

    " ¿Y tú, cómo eres? " 



Iedereen:
aanmelden LessonUp
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

¿Qué vamos a hacer?
  • controlar + corregir deberes 12, 13, 14 
  • verbos bota o => ue
  • hablar de tu media naranja - frases clave

    " ¿Y tú, cómo eres? " 



Iedereen:
aanmelden LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Les in twee delen 
Bienvenidos a la clase de español
1. ¿Cuál es la fecha de hoy?

2. ¿Qué tiempo hace?

=> Anota en tu cuaderno

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijke naamwoorden van hoeveelheid
demasiado
 
mucho - 

bastante - 

poco - 

demasiada, demasiados, demasiadas
mucha, muchos, muchas
bastantes
poca, pocos, pocas

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Controlamos y corregimos los deberes
12, 13, 14

=> las respuestas están en GC

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ejercicio 16

¿Cómo es tu media naranja?
Zet de bijvoeglijke nw in de juiste kolom.
Schrijf op in je schrift.
timer
2:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Think- Pair- Share
Denk na en zoek op. Wat betekenen deze plaatjes? Welke ww komen er in voor? Wat zijn dat voor werkwoorden?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VERBOS BOTA: Waar zit de klinkerverandering NIET bij een ww met een klinkerverandering?
A
nosotros en ellos
B
vosotros en ellos
C
nosotros en vosotros
D
ella en usted

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vorig hoofdstuk zagen we klinkerwijziging van e =>ie.
Elige la correcta:
empezar
A
La clase empeza a las 6:45
B
La clase empieza a las 6:45
C
La clase empiezan a las 6:45
D
La clase empiezas a las 6:45

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt verschillende soorten verbos bota. Dit hoofdstuk focussen we ons op de kolom links. o=>ue

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gramática(G) p31 libro de texto

PODER (=wat betekent dit?)
puedo
puedes
puede
podemos
podéis
pueden



CONTAR (=wat betekent dit?)
cuento
cuentas
cuenta
contamos
contáis
cuentan

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gramática (G)

PODER (KUNNEN, MOGEN)
puedo
puedes
puede
podemos
podéis
pueden

o > ue | u > ue

CONTAR (VERTELLEN)
cuento
cuentas
cuenta
contamos
contáis
cuentan

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vervoeging in: Tú ............................. (dormir, ue)
A
dormes
B
duermas
C
duermes

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elige la correcta
costar, o => ue
A
este abrigo costa 100 E
B
este abrigo cuestan 100 E
C
este abrigo costan 100 E
D
este abrigo cuesta 100 E

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gramática (G)

PODER (KUNNEN, MOGEN)
puedo
puedes
puede
podemos
podéis
pueden

o > ue | u > ue

CONTAR (VERTELLEN)
cuento
cuentas
cuenta
contamos
contáis
cuentan
Nu jij!!
OPDRACHT: SCHRIJF ALLE VERVOEGINGEN van de volgende werkwoorden OP IN JE SCHRIFT:
- dormir (slapen)
- volver (teruggaan)
- jugar (spelen)

Klaar?
Hacer: ejercicio 21 (Libro de Ejercicios en la página 104)
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gramática (G)

PODER (KUNNEN, MOGEN)
puedo
puedes
puede
podemos
podéis
pueden



CONTAR (VERTELLEN)
cuento
cuentas
cuenta
contamos
contáis
cuentan

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Cómo se dice
'Mijn broer speelt voetbal.'?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Cómo se dice
'Ik slaap tot 7 uur.'?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hablar de mi media naranja

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal nu de volgende zinnen
Para preguntar
1. Hoe ziet jouw ware eruit?
2. ¿Hoe zijn zijn/haar ogen?
3. Kun je nog iets anders vertellen?
4. ¿Wat voor stijl heeft hij/zij?
5. Heb je een foto van je ideale partner?

Para contestar
1. Mijn ideale partner is  aardig en intelligent
2. Hij/zij heeft groene ogen
3. Ja, hij/zij heet XXX 
4. Hij/zij draagt sportieve kleding
5. Ja, ik heb een foto van hem/haar op mijn mobiel
timer
8:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hacer:
ejercicio 15c (en la página 100)
timer
4:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡Hablamos!
 


Je noteert wat de ander
 je vertelt in je schrift.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies