Cap3 les 4 online (thv2c)

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bienvenidos a la clase de español en línea

Instructies:

Doorloop deze lesson-up individueel en maak de opdrachten die in de slides staan.

Je gaat ook een dialoog opnemen, zorg dat je die voor 10:30uur hebt ingeleverd op GC. 

Het huiswerk voor volgende week staat op magister.

Huiswerk voor vandaag

De uitwerkingen van opdracht 13c en 14 staan op GC. 

Controleer of je het goed hebt gedaan.

Escuchamos (luisteropdracht)

Ejercicio 18+19 libro de ejercicios p.102, bron F libro de texto.

Audio staat op GC.

Pak je oortjes en maak de opdrachten 18 en 19 in je schrift.

ejercicio 16a

¿Cómo es tu media naranja?

Zet de bijvoeglijke nw in de juiste kolom.

Schrijf op in je schrift.

Denk 

na en zoek op.Wat betekenen deze plaatjes? Welke ww komen er in voor? Wat zijn dat voor werkwoorden?

VERBOS BOTA: Waar zit de klinkerverandering NIET bij een ww met een klinkerverandering?

1. nosotros en ellos
2. vosotros en ellos
3. nosotros en vosotros
4. ella en usted

Vorig hoofdstuk zagen we klinkerwijziging van e =>ie.
Elige la correcta:
empezar

1. La clase empeza a las 6:45
2. La clase empieza a las 6:45
3. La clase empiezan a las 6:45
4. La clase empiezas a las 6:45

Je hebt verschillende soorten verbos bota. Dit hoofdstuk focussen we ons op de kolom links. o=>ue

Gramática(G) p31 libro de texto

PODER (=wat betekent dit?)

puedo

puedes

puede

podemos

podéis

pueden

CONTAR (=wat betekent dit?)

cuento

cuentas

cuenta

contamos

contáis

cuentan

Gramática (G)

PODER (KUNNEN, MOGEN)

puedo

puedes

puede

podemos

podéis

pueden

o > ue | u > ue

CONTAR (VERTELLEN)

cuento

cuentas

cuenta

contamos

contáis

cuentan

Vul de juiste vervoeging in: Tú ............................. (dormir, ue)

1. dormes
2. duermas
3. duermes

Elige la correcta
costar, o => ue

1. este abrigo costa 100 E
2. este abrigo cuestan 100 E
3. este abrigo costan 100 E
4. este abrigo cuesta 100 E

Gramática (G)

PODER (KUNNEN, MOGEN)

puedo

puedes

puede

podemos

podéis

pueden

o > ue | u > ue

CONTAR (VERTELLEN)

cuento

cuentas

cuenta

contamos

contáis

cuentan

Nu jij!!

OPDRACHT: SCHRIJF ALLE VERVOEGINGEN van de volgende werkwoorden OP IN JE SCHRIFT:

- dormir (slapen)

- mostrar (laten zien)

- volver (teruggaan)

- jugar (spelen)

Klaar?

Hacer: ejercicio 21 (Libro de Ejercicios en la página 104)

Gramática (G)

PODER (KUNNEN, MOGEN)

puedo

puedes

puede

podemos

podéis

pueden

CONTAR (VERTELLEN)

cuento

cuentas

cuenta

contamos

contáis

cuentan

¿Cómo se dice
'Mijn broer speelt voetbal.'?

¿Cómo se dice
'Ik slaap tot 7 uur.'?

A trabajar ahora

Werk voor in de les (deadline vandaag 10:30uur):

16c (grabar el diálogo => upload op GC)

Huiswerk voor volgende week:

21 (gramática)

22 (leer)

23 (leer)

In tweetallen ga je een dialoog van opdracht 16c opnemen. Zorg dat je eerst de dialoog goed hebt uitgeschreven. Je neemt de dialoog twee keer op, zodat je zowel rol A als rol B hebt. Inleveren op GC onder 'dialoog 16c'. 

Zorg voor een rustig leerklimaat, zodat iedereen de dialoog kan opnemen in de klas. 

1. Wat heb je geleerd?
2. Wat is er nog niet duidelijk?
3. Wat zou je nog over het onderwerp willen weten?
4. Welke tip geef jij mij?