3.3 Tussen dwang en belofte Corona

Welkom
Programma:
- Mededelingen
- Huiswerk
- Vorige keer
- Leerdoelen
- 3.3 Tussen dwang en belofte
- Opdracht
- Afsluiting
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Programma:
- Mededelingen
- Huiswerk
- Vorige keer
- Leerdoelen
- 3.3 Tussen dwang en belofte
- Opdracht
- Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen:
- Hoe Stalin aan de macht is gekomen.
- Welke economische hervormingen hij doorvoerde.

Slide 3 - Tekstslide

3.2 De Russische Revolutie
- Rusland 1900
- Rusland 1905
- Eerste Wereldoorlog
- Februari 1917
- April 1917
- Oktober 1917
- Maart 1918
- Burgeroorlog
- Sovjet- Unie 1922

Slide 4 - Tekstslide


De Sovjet-Unie



De Sovjet-Unie is de naam voor Rusland (met een aantal andere landen) tussen 1922 en 1991, toen het land een communistische dictatuur was.

Een sovjet is een raad van boeren, arbeiders en soldaten.
Het bestuur van Sovjet-Unie zou in handen van deze sovjets moeten zijn...

Slide 5 - Tekstslide

Welke gegevens passen bij de februarirevolutie en welke passen bij de oktoberrevolutie?
Februarirevolutie
Oktoberrevolutie
Staatsgreep door de Bolsjewieken

Tsaar Nicolaas II afgezet
Communisme ingevoerd
Doema (regering) neemt macht over
Lenin neemt macht over
Bestuur sluit vrede van Brest-Litvosk

Slide 6 - Sleepvraag

Welke bewering is waar?
A
Voor de Russische revolutie had Lenin als Tsaar alle macht.
B
Na de Russische revolutie waren alle mensen gelijk aan elkaar door het communisme.

Slide 7 - Quizvraag

WO I is de directe oorzaak van de Russische revolutie?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

De Russische Revolutie werd geleid door …..
A
Vladimir Lenin
B
Nicolaas II Romanov
C
Jozef Stalin
D
Leon Trotsky

Slide 9 - Quizvraag

Welke oorzaken van de Russische Revolutie heb je geleerd?
A
Tsaar regeert alleen/
B
Honger / misoogst
C
Geen macht voor het volk
D
Het voorspoedige verloop van de WOI voor de Russen

Slide 10 - Quizvraag

Wie grepen de macht tijdens de Russische Revolutie?
A
De liberalen
B
De communisten
C
De sociaal-democraten
D
De nationalisten

Slide 11 - Quizvraag

Welke bewering over de Russische revolutie is NIET waar?
A
Voor de revolutie was de Tsaar aan de macht
B
Door de revolutie kwam Lenin aan de macht
C
Voor de revolutie was iedereen gelijk
D
Lenin maakte Rusland communistisch

Slide 12 - Quizvraag


De Sovjet-Unie 
onder Lenin
1917-1924

Slide 13 - Tekstslide

Oorlogscommunisme (Burgeroorlog 1921)
  • Poging van de communistische regering #1:
  • Boeren moeten gratis graan en vlees leveren
  • Fabrieken moeten staatseigendom worden
  • Arbeiders moeten inzetbare 'arbeidslegers' worden

  • Deze poging mislukt:
  • Veel van de landbouwgronden zijn al overgenomen door arme boeren (ook Roden).
  • Het verzet is groot (ophalers graan en vlees worden vermoord).

  • Gevolg:              Tienduizenden onwillige boeren vermoord / naar strafkampen
  •                               Het instorten van de (voedsel)productie, uitbreken van hongersnoden

Slide 14 - Tekstslide

Nieuwe Economische Politiek
  • Poging van de communistische regering #2:
  • Boeren mogen weer grond bezitten (eerder alles staatsbezit gemaakt).
  • Boeren mogen weer producten vrij verkopen, mits er belasting wordt afgedragen.
  • Winkels, werkplaatsen en kleine fabrieken weer privébezit.
  • Mijnbouw en zware fabrieken (industrie) blijven wel in handen van de staat.

  • Josef Stalin steunt de NEP van Lenin,  Stalin wil de revolutie laten beginnen in één land

Slide 15 - Tekstslide

Stalin wist dat Lenin de voorkeur gaf aan anderen om het land te leiden. 
Deze tegenstanders werden in een machtsstrijd, letterlijk, uit de weg geruimd.


Stalin zal het economisch achtergebleven land snel industrialiseren
en de Sovjet-Unie laten uitgroeien tot een wereldmacht.

Maar dit had een erg hoge prijs..
Het land werd een totalitaire staat met Stalin als dictator

Slide 16 - Tekstslide

Lenin overlijdt in 1924. In zijn testament zegt hij dat Stalin niet geschikt is als opvolger! Trotski verbannen en in opdracht van Stalin in 1940 vermoord
Stalin is als secretaris-generaal van de CCCP oppermachtig en vestigt een persoonlijke dictatuur

Slide 17 - Tekstslide


De Sovjet-Unie 
onder Stalin
1924-1953

Slide 18 - Tekstslide

Collectivisatie in de industrie
  • Planeconomie / Vijfjarenplannen: voor de industrie wordt bepaald wat er geproduceerd moet worden (termijnen van 5 jaar).

  • Economisch gezien werkte dit rampzalig,
    er waren altijd tekorten.

  • De Sovjet-Unie kan hierdoor sneller industrialiseren dan kapitalistische landen met vrije markt-economie.

Slide 19 - Tekstslide

Vijfjarenplannen: hierin was vastgelegd wat er in de komende vijf jaar moest worden geproduceerd.
Dát het werd geproduceerd was meestal belangrijker dan hoe het was geproduceerd: de kwaliteit en de keuze was beperkt.

Slide 20 - Tekstslide

Collectivisatie in de landbouw
  • Ook collectivisatie in de landbouw: Kolchozen (boerderijen mét vrijheid) en Sovchozen (boerderijen zonder vrijheid, staatseigendom).

  • Idee: zo kunnen de boerderijen meer en goedkopere produceren leveren aan de staat, kon de opbouw van industrie van worden betaald.

  • Realiteit: Rampzalig, veel tekorten

Slide 21 - Tekstslide

Collectivisatie
  • Boeren en arbeiders die zich tegen de collectivisatie verzette (boeren: 'koelakken') werden vermoord of gedeporteerd naar Siberië.

  • Fabrieksmanagers kregen de schuld (niet Stalin), werden opgepakt door geheime politie.


Slide 22 - Tekstslide


Verheerlijking van
arbeiders en boeren




  • De Sovjet-Unie is een land van arbeiders en boeren, dit zijn de helden van het land!

  • Overigens leek dit in propaganda veel mooier dan de realiteit was...

Slide 23 - Tekstslide


Verheerlijking van
arbeiders en boeren




De Sovjet-Unie is een land van arbeiders en boeren,
dit zijn de helden van het land!

Overigens leek dit in propaganda veel mooier dan de realiteit was...

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide


Persoonsverheerlijking


  • Om het volk te laten zien dat hij de beste leider voor het beste volk, in het beste land was, liet Stalin zich graag afbeelden als een geweldige leider: een vader voor het volk.
  • Dit heet persoonsverheerlijking

Slide 27 - Tekstslide

Propaganda Stalin
Wat valt je op?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat? Maken opdrachten paragraaf 3/4
Werkboek pagina:  51 t/m 53  
Tekstboek pagina:  63 t/m 65
Opdrachten paragraaf 3:  3, 4, 5ab, 6, 7, 9, 10
Opdrachten paragraaf 4:  3, 4, 12
Hoe? In stilte! (Zs)
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar? Lezen paragraaf 2 hoofdstuk 4

Slide 35 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat? Maken opdrachten paragraaf 3/4
Werkboek pagina:  51 t/m 56  
Tekstboek pagina:  63 t/m 68
Opdrachten paragraaf 3:  3, 4, 5ab, 6, 7, 9, 10
Opdrachten paragraaf 4:  3, 4, 12
Hoe? In stilte! (Zs)
Hoe lang? Rest van de les.
Hulp? Je mag de docent vragen stellen.
Klaar? Lezen paragraaf 2 hoofdstuk 4

Slide 36 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen:
- Hoe Stalin aan de macht is gekomen.
- Welke economische hervormingen hij doorvoerde.

Slide 37 - Tekstslide


Collectivisatie

  • De landbouw moest veranderen om alle monden te voeden. 
  • Tientallen kleine zelfstandige boerderijen werden samengevoegd (collectivisatie) tot één groot boerenbedrijf, een kolchoz

  • De boerengezinnen werkten en woonden daar met elkaar. 
  • De grond, het vee, de gereedschappen, de oogst: alles was van iedereen. 


Slide 38 - Tekstslide



  • De collectivisatie moest zorgen voor een hogere opbrengst, maar dat viel vaak tegen en er ontstonden hongersnoden. Overigens meestal door eigen schuld: boeren slachtten hun vee uit protest tegen de collectivisatie. 

  • Boeren die zich op deze manier verzetten tegen de collectivisatie, omdat ze hun eigen boerderijtje niet wilden opgeven, werden gezien als vijanden van het communisme. Miljoenen boeren zijn om die reden vermoord.

Slide 39 - Tekstslide


Showprocessen


  • Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.

  • Bij dit soort showprocessen stond de uitkomst al vast voordat de rechtszaak was begonnen: schuldig!

Slide 40 - Tekstslide



  • ...en ze waren zeer effectief! De angst onder de bevolking was groot. 
  • Zelfs zó groot dat mensen niet meer op een familiefoto met deze 'verraders' wilden worden vertoond.

Slide 41 - Tekstslide


Goelag

  • Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een goelag, een strafkamp.
  • In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.

  • Sommige van deze kampen hadden niet eens hekken, omdat ontsnappen zinloos was: de kou en de wolven zouden je uiteindelijk wel doden

Slide 42 - Tekstslide


Goelag
Afmaken 1 tm 14 van:
intro / 4.1/4.2/4.3 (HW voor vrijdag a.s.)
Klaar? Zie studiewijzer!

Slide 43 - Tekstslide




  • Exacte aantallen zijn onbekend, maar tussen 1936 en 1950 zijn vermoedelijk 12 miljoen mensen om het leven gekomen in de goelags.

  • Meestal als gevolg van de vreselijke omstandigheden, een combinatie van: honger, kou en zware lichamelijke inspanning

Slide 44 - Tekstslide


De Grote Zuivering

  • Stalin zag overal tegenstanders, vooral in mensen die een belangrijke rol in het bestuur of leger hadden.
  • Tussen 1934 en 1938 laat Stalin rond de 1 miljoen 'tegenstanders' oppakken en veroordelen.
  • De Sovjet-Unie wordt zo 'gezuiverd'.

Slide 45 - Tekstslide


Totalitaire samenleving

  • Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een totalitaire samenleving:
  • Een samenleving waarin de overheid alle macht in handen heeft en grote invloed heeft op het leven van de burgers. 
  • In een totalitaire samenleving is het individu onbelangrijk.

  • Een ander voorbeeld van een totalitaire samenleving is: Nazi-Duitsland

Slide 46 - Tekstslide


Kenmerken dictatuur Stalin:
-planeconomie
-dictatuur
-persoonsverheerlijking
-indoctrinatie
-terreur (o.a. showprocessen en strafkampen)

Slide 47 - Tekstslide


Stalin overlijdt
5 maart 1953



Was het moord? Dat is nooit helemaal duidelijk geworden.
Wel dat Stalin in zijn laatste jaren compleet paranoia was geworden:
overal zag hij complotten tegen zich en wilde hij 'tegenstanders' uitschakelen.

Slide 48 - Tekstslide

Stalin had geen gelukkige jeugd: het gezin leefde in grote armoede. Hij ging naar school, maar werd uiteindelijk weggestuurd...
...omdat hij geen examen had afgelegd en hij de revolutionaire ideeën (van Marx) erg interessant vond. 

Slide 49 - Tekstslide

In maart 1919 werd Stalin als één van de vijf leden van het bestuur van de Communistische Partij gekozen. In april 1922 werd hij secretaris-generaal van de partij. Niemand wist toen dat deze functie zou uitgroeien tot het belangrijkste en machtigste ambt in de Sovjet-Unie. 
Als secretaris-generaal had hij de bevoegdheid mensen binnen de Partij posities te geven of te ontnemen...

Slide 50 - Tekstslide




  • Stalin zal het economisch achtergebleven land snel industrialiseren en de Sovjet-Unie laten uitgroeien tot een wereldmacht.

  • Maar dit had een erg hoge prijs..
  • Het land werd een totalitaire staat met Stalin als dictator

Slide 51 - Tekstslide

Stalin gebruikte alles om zijn macht in het land te vergroten en te behouden, zoals censuur.
Stalin bepaalde wat er in de kranten én de geschiedenisboeken kwam te staan: vroegere medestanders werden 'er uit geschreven'

Slide 52 - Tekstslide

Foto's werden gemanipuleerd, zodat het leek als zijn tegenstanders nooit hadden bestaan...
...of dat ze zulke slechte dingen hadden gedaan, dat er nooit meer aan hen gedacht mocht worden

Slide 53 - Tekstslide