In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Leg klaar:
Je boek
Pen & papier
Slide 1 - Tekstslide
De komende toets
Een tekst met vragen
Een reactie schrijven (betoog)
Slide 2 - Tekstslide
Deze les
Formuleren: beeldend schrijven
Ingezonden brief
Oefenen met leesvaardigheid
Slide 3 - Tekstslide
Formuleren
Slide 4 - Tekstslide
Hoe kun je beeldend schrijven?
Slide 5 - Woordweb
Neutrale zin:
Ik liep in Amsterdam alleen maar tussen toeristen.
Beeldende zin:
Of ik nou drentelde over de Dam of op het Leidseplein liep, overal liepen toeristen met rolkoffers of stonden toeristen foto's te maken.
Slide 6 - Tekstslide
Beeldend schrijven
- Gebruik beeldende synoniemen (alternatieven)
- Gebruik beeldende bijvoeglijke naamwoorden
- Show, don't tell (bijvoorbeeld door details uit te vergroten)
- Gebruik vergelijkingen
- Gebruik metaforen
- ...
Slide 7 - Tekstslide
Show, don't tell
Tell:
Jelle liep door het bos, maar hij was erg bang, want de zon was onder gegaan en hij is bang in het donker. Hij loop zo snel mogelijk het bos uit.
Show:
Toen de zon achter de bomen verdween voelde Jelle zijn spieren aanspannen. Zijn vingers begonnen te trillen en zijn ademhaling werd sneller. Met ingehouden adem liep hij zo snel mogelijk het bos uit.
Slide 8 - Tekstslide
Maak de volgende passage beeldend. Je mag de passage uitbreiden: Kaj stond net te dansen op de dansvloer toen hij Isa binnen zag lopen. Hij was op slag verliefd.
timer
3:00
Slide 9 - Open vraag
In welke gevallen zou je beeldend schrijven kunnen gebruiken?
Slide 10 - Woordweb
Ingezonden brief
In kranten worden wel eens ingezonden brieven gepubliceerd
Dat zijn lezersbrieven met de mening van de lezer over een actueel onderwerp (of een artikel uit de krant)
Die teksten zijn dus altijd betogen
Slide 11 - Tekstslide
Ingezonden brief: inhoud
De aanleiding om te schrijven (waar reageer je op?)
Jouw eigen mening
Voorargumenten
Tegenargumenten met weerlegging
Wat je hoopt te bereiken met het artikel
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag
We lezen samen de tekst over vaccinatieplicht
Schrijf op papier een reactie op deze tekst. Noem daarin: