Voorzetsel + whom voor woorden zoals waamee/met wie, waarover/over wie, waarop/op wie etc. Voorzetsel achteraan de bijzin kan gebruikt worden of er wordt geen betrekkelijk voornaamwoord gebruikt.
- Can you tell me something about the people (that) I have to work with?/Can you tell me something about the people with whom I have to work?
- Lynn is the girl (that) I have told you about/Lynn is the girl about whom I have told you
Whom maakt de zin formeler