In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Herhaling hoofdstuk 9 + 10
Slide 1 - Tekstslide
Middeleeuwen
Renaissance
Kunstenaar is een anonieme ambachtsman
Kunstenaar is een veelzijdig intellectueel
Kunstenaar hoefde niet origineel te zijn.
Kunstenaar doet onderzoek naar perspectief en anatomie.
Bijbelse boodschap is belangrijker dan vormgeving.
Opdrachtgevers: kerk, godsdienstige broederschappen en gilden.
Opdrachtgevers: wereldlijke en geestelijke hoven.
Klassieke oudheid is belangrijke bron van inspiratie.
Slide 2 - Sleepvraag
Reformatie
Contrareformatie
Luther & Calvijn
Hervormings- beweging
Soberheid
Tegen aflaathandel, heiligenverering, uiterlijk vertoon
gevolg: beeldenstorm
Barok ontstaat
(Niet-)gelovigen overdonderen door pracht en praal
Veel goud, veel beelden
Dramatiek en dynamiek in beelden en plafondschilderingen
Ontstaan protestantisme
Slide 3 - Sleepvraag
Middeleeuwen
Renaissance
Het leven op aarde is bedoeld om te zorgen dat je in de hemel komt
Leonardo da Vinci is een alleskunner: dichter, uitvinder, schilder
Studeren en jezelf ontwikkelen is belangrijk
God en de kerk zijn het allerbelangrijkst
Slide 4 - Sleepvraag
Welke beschrijving hoort het minst bij de renaissance?
A
Het levensmotto wordt "memento mori"
B
Er komt nieuwe aandacht voor de klassieken
C
De homo universalis wordt het ideaalbeeld
D
Humanisten zijn belangrijke verspreiders
Slide 5 - Quizvraag
Michelangelo is een
A
schilder
B
architect
C
muzikant
D
beeldhouwer
Slide 6 - Quizvraag
In de renaissance maken kunstenaars veel schilderijen met/over
A
Mythologische verhalen
B
Stillevens
C
Bijbelse verhalen
D
Portretten
Slide 7 - Quizvraag
Noem een overeenkomst en verschil tussen ideeën Luther (=L) en Calvijn (=C)
Slide 8 - Woordweb
Bij welke strekking horen de Amish, uit het fragment van Reizen Waes
A
predestinatie
B
Lutheranen
C
anabaptisten
D
Rooms-katholiek
Slide 9 - Quizvraag
Maarten Luther is het niet eens met de grote rijkdommen in de Rooms-katholieke Kerk. Op welke manier kwam de kerk aan een groot deel van haar rijkommen?
A
Mensen kochten hun zonden af met een aflaat.
B
Mensen handelden met de Kerk.
C
De Kerk veroverde rijke gebieden.
D
Mensen hadden medelijden met de Kerk en gaven geld.
Slide 10 - Quizvraag
A
Links: katholiek
Rechts: protestants
B
Links: protestants
Rechts: katholiek
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de correcte naam voor de kerkelijke rechtbank, die ketters veroordeelde?
Slide 12 - Open vraag
Muziek in de renaissance. Tijdens de middeleeuwen werd dit mondeling doorgegeven. Welke uitvinding zal de verspreiding van de (blad)muziek vergemakkelijken?
Slide 13 - Open vraag
Wat is de beste omschrijving voor 'confessionalisering?'
A
De eigenheid sterk beklemtonen en aflijnen .
B
Het verplichten van het lezen van de catechismus
C
Zoveel mogelijk mensen bekeren de eigen strekking
D
Het verplichten van deelnemen aan processies
Slide 14 - Quizvraag
Het concilie van Trente hield in dat...
A
er 95 stellingen op de kerk van Wittenberg werden gespeld
B
er nagedacht en hervormd werd binnen de katholiek kerk
C
er eensgezinheid binnen het christendom ontstond
D
er nieuwe leiders werden aangesteld binnen de kerk