In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 5:
Spreekwoorden, gezegdes & uitdrukkingen
Uitdrukkingen en spreekwoorden
H5, woordenschat
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
Korte activiteit
Wat weet je nog/wat weet je al?
Instructie/quiz
Werken
Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
Spelen met woorden: rebus
Geef iedereen de kans om de rebus op te lossen: roep je geen antwoorden door de klas, maar doe de rebus het in je hoofd.
Bekijk eerst de rebus goed en probeer hem in je hoofd op te lossen (schrijf je antwoord eventueel even in je schrift op)
Schrijf je antwoord in de volgende sheet.
Denk aan hoofdletters en leestekens.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Open vraag
Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
kan je benoemen wat een uitdrukking is
kan je benoemen wat een spreekwoord is
kan je het verschil tussen een uitdrukking en een spreekwoord benoemen
heb je geoefend met spreekwoorden en uitdrukkingen en hun betekenissen
Slide 8 - Tekstslide
ND 14-1-2021
Spreekwoorden en uitdrukkingen zijn nog heel actueel.
Slide 9 - Tekstslide
Noem drie dingen die je van de vorige Nederlandse les onthouden hebt.
Slide 10 - Woordweb
Noem een spreekwoord of uitdrukking.
Slide 11 - Woordweb
Spreekwoord of uitdrukking?
Zo sterk zijn als een leeuw
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 12 - Quizvraag
Spreekwoord of uitdrukking?
Hij groet op voor galg en rad.
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 13 - Quizvraag
Uitdrukkingen
Ik raak nu de kluts kwijt. Figuurljke betekenis Werkwoordelijke uitdrukking
Janine koos het hazepad.
Figuurlijke betekenis
Werkwoordelijke uitdrukking
Jesse raakt vaak zijn sleutels kwijt.
Letterlijke betekenis Geen werkwoordelijke uitdrukking
Youssef koos een raketijsje. Letterlijke betekenis Geen werkwoordelijke uitdrukking
Slide 14 - Tekstslide
Uitdrukking of spreekwoord?
Een uitdrukking is een woordcombinatie met een vaste betekenis. Je kunt de uitdrukking een beetje aanpassen.
Het is een combinatie van woorden die samen een eigen (figuurlijke) betekenis hebben
Voorbeeld: `'Je laatste adem uitblazen' is een uitdrukking die in veel talen wordt gebruikt in de betekenis van 'sterven'.Tranen met tuiten-> Tim huilt tranen met tuiten.
Een spreekwoord is korte en krachtige vaste uitdrukking met een algemene waarheid of wijsheid --> heeft een vaste volgorde
Voorbeelden
' De laatste loodjes wegen het zwaarst'
Het betekent dat het laatste gedeelte van iets het moeilijkst is en heeft niks met loodjes te maken, dus spreekwoord.
'De appel valt niet ver van de boom.'
Tim valt niet ver van de boom-> kan niet, dus spreekwoord
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Spreekwoord of uitdrukking?
In de huid kruipen van
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 17 - Quizvraag
Spreekwoord of uitdrukking?
Honger hebben als een paard
A
spreekwoord
B
uitdrukking
Slide 18 - Quizvraag
Ik snap het verschil tussen een uitdrukking en een spreekwoord.